Onderzoek zocht mogelijke infectiehaarden via GPS-data

Het artikel in Nature over COVID-19-besmettingshaarden werd gepubliceerd op 10 november 2020 en was een samenwerking tussen onderzoekers van Stanford University, Cambridge en Northwestern University. Ze analyseerden de GPS-data afkomstig van smartphones van ongeveer 98 miljoen mensen in de Verenigde Staten. Op die manier hoopten zij enkele ‘Points of Interest’ (POI) te kunnen vinden. Dat zijn plaatsen waar volgens GPS-data veel mensen op korte tijd samenkomen. Onder die plekken kwamen fitnesscentra naar voren. Het onderzoek toonde dus aan dat fitnesscentra mogelijk belangrijke broeihaarden voor COVID-19 waren.

Bij de resultaten van dit onderzoek moeten er wel enkele kanttekeningen gemaakt worden. De belangrijkste is dat er in dit onderzoek geen effectieve besmettingen gemeten werden. Het onderzoek stelde met andere woorden wel vast dat er veel mensen in de fitnesscentra aanwezig waren, maar keek op geen enkel moment naar het aantal besmettingen dat er effectief plaatsgevonden had.

De onderzoekers maakten daarentegen simulaties waarbij ze voorspelden wat de impact van een heropening van bepaalde sectoren zou zijn op het totale aantal besmettingen. Hieruit bleek dat een heropening van risicoplaatsen zoals fitnesscentra een besmettingspiek zou kunnen veroorzaken. Deze simulaties toonden echter ook aan dat bij een heropening met een beperkt aantal bezoekers het aantal besmettingen duidelijk daalde tegenover een heropening zonder maatregelen. Een heropening waarbij slechts 20% van de maximale bezetting toegelaten was, leidde tot een daling van bijna 80% in het aantal besmettingen.

Een tweede belangrijke opmerking is dat dit onderzoek geen rekening hield met andere, preventieve maatregelen zoals het dragen van mondmaskers, regelmatig ontsmetten en ventilatie.

Europees onderzoek: afgelopen zomer weinig besmettingen in fitnesscentra

Recent werd een nieuw onderzoek gepubliceerd waarin specifiek het besmettingsrisico in fitnesscentra onderzocht werd. Dit onderzoek werd uitgevoerd door de Sheffield Hallam University in het Verenigd Koninkrijk en de Universidad Rey Juan Carlos in Spanje. Zij vergeleken het aantal fitnessbezoeken met het aantal gerapporteerde besmettingen in veertien Europese landen waaronder België, voor de periode van 24 mei tot 25 oktober. In totaal vonden er net geen 60 miljoen fitnessbezoeken plaats en werden er 507 besmettingen gerapporteerd, waarvan 311 bij bezoekers en 196 bij personeel. Dit brengt het gemiddelde aantal besmettingen met COVID-19 per 100.000 bezoeken op 0,85. Voor België werden er iets meer dan 5,2 miljoen bezoeken geteld en acht besmettingen: de ene helft bij bezoekers, de andere bij het personeel.

Het onderzoek ging ook de invloed na van preventieve maatregelen op het aantal besmettingen. Hieruit bleek dat fitnesscentra die 75% of meer van de verplichte maatregelen strikt opvolgden, ongeveer 22% minder besmettingen telden dan fitnesscentra die minder dan 75% van de maatregelen naleefden.

Toch kunnen ook bij dit onderzoek kanttekeningen geplaatst worden. Zo werd het grootste deel van de data verkregen door zelfrapportage, waarbij fitnesscentra hun aantal bezoekers per week bijhielden en bezoekers de kans kregen om vrijwillig een enquête in te vullen. Door deze methode kunnen er belangrijke gegevens ontbreken, omdat de enquêtes niet systematisch ingevuld werden.

Vlaamse cijfers bevestigen beperkt aantal besmettingen in fitnesscentra

Factcheck Vlaanderen vroeg de cijfers rond besmettingen op bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (telefonisch contact, 28 december 2020) en deze lijken in lijn te liggen met de resultaten van het Europese onderzoek. Sinds eind september werd tijdens contactonderzoek slechts 90 keer de categorie ‘sport indoor’ opgegeven als mogelijke besmettingsbron en slechts 44 mensen gaven aan nog gesport te hebben vlak voor hun positieve testuitslag. Joris Moonens, woordvoerder van het Agentschap Zorg en Gezondheid, bevestigde dat fitnesscentra in Vlaanderen geen broeihaarden lijken te zijn.

Ook Fitness.be, de beroepsvereniging voor fitnesscentra, gaf aan geen weet te hebben van problematische situaties voor de tweede lockdown. Er werd een heel gamma aan preventieve maatregelen uitgerold binnen de sector. Voorbeelden hiervan waren een verplichte reservatie en beperkte sporttijd, beperking van het aantal mensen in de ruimte, afstand bewaren door het verminderen van het aantal bruikbare toestellen, sluiting van de kleedkamers en douches, en circulatieplannen. De organisatie kreeg op geen enkel moment klachten over het naleven van deze maatregelen van bezoekers of uitbaters. Volgens hen speelde sociale controle hierin een belangrijke rol (mailverkeer met Fitness.be, 21 december 2020).

Conclusie

Amerikaans onderzoek toonde aan dat fitnesscentra mogelijk een belangrijke besmettingsbron van COVID-19 kunnen zijn en dat preventieve maatregelen essentieel zijn in het beperken van het risico op besmetting. Resultaten van recenter Europees onderzoek tonen aan dat deze preventieve maatregelen hun werk gedaan hebben en dat het aantal besmettingen in fitnesscentra verwaarloosbaar is. Ook in Vlaanderen zijn er geen aanwijzingen dat fitnesscentra voor problemen zorgden voordat ze verplicht gesloten werden.