Mondmaskers veroorzaken geen COVID19-infectie in de hersenen
Onderzoekers gingen na hoe frequent een minder aangename ademgeur (halitose) voorkomt (1). Bij de meeste mensen veroorzaken bacteriën in de mond de onaangename ademgeur. Die bacteriën breken zwavelhoudende stoffen af in de mondholte. Andere mogelijke, maar zeldzame oorzaken van halitose zijn:
• infecties van de bovenste luchtwegen (bijv. verkoudheid of keelontsteking);
• maag-darmstoornissen;
• soms diabetes;
Om een antwoord te vinden op hun onderzoeksvraag, voerden de onderzoekers een literatuurstudie uit. Ze vonden in totaal 13 studies op meer dan 380.000 deelnemers. In 7 studies rapporteerden de deelnemers zelf of ze een slechte adem haden. In 5 studies mat een waarnemer dit.
Gemiddeld kloeg 32% van de deelnemers van een slechte adem, maar dit varieerde van 2% tot 55% naargelang de studies. Er was weinig verschil in het voorkomen van halitose wanneer de deelnemers dit zelf opgaven, vergeleken met een meting door waarnemers, namelijk 29% versus 32%.
Opmerkelijk is dat een slechte adem minder voorkwam in landen met een hoger inkomen (29%), vergeleken met landen met een lager inkomen (40%). In studies gepubliceerd tussen 1995 en 2006 bedroeg het voorkomen van een slechte adem 19%. Recentere studies komen op 43%.
Dit onderzoek heeft een aantal beperkingen:
Een slechte adem kan natuurlijk sociale contacten afremmen. In de meeste gevallen kan een goede mondhygiëne soelaas brengen. Regelmatig naar de tandarts gaan, je tanden tweemaal per dag poetsen en een tongschraper gebruiken kunnen een slechte adem vermijden of beperken.
Door het dragen van een mondmasker worden sommige mensen geconfronteerd met een slechte adem. Uit eerdere studies (voor de coronacrisis) blijkt dat dit fenomeen voorkomt bij 2% tot 55% van de ondervraagden. In de meeste gevallen kan een goede mondhygiëne soelaas brengen.