De neuswissers die gebruikt worden om coronatesten af te nemen, zouden volgens sommige berichten hersenschade veroorzaken. Ze zouden aan de zogenaamde bloedhersenbarrière raken, waardoor toxische stoffen, virussen en bacteriën tot in onze hersenen kunnen geraken. Bij een correcte afname komt een neuswisser echter niet in de buurt van de bloedhersenbarrière, en is er dus geen gevaar.
Sinds vorige zomer circuleren op sociale media berichten over de neuswissers die gebruikt worden om het coronavirus op te sporen. Ook op de website burgerfront.nl werd uitgebreid gerapporteerd over de schade die deze wissers zouden kunnen veroorzaken aan de zogenaamde bloedhersenbarrière (BHB) (1).
Volgens die berichten bevindt de bloedhersenbarrière zich vlak naast de plaats waar je met de neuswisser een staal afneemt. De barrière wordt voorgesteld als ‘een enkelvoudige laag van cellen die samengevoegd worden door strakke kruisingen die de meeste stoffen buitenhouden’. Deze laag zou onze hersenen beschermen tegen allerlei toxische stoffen en tegen infecties door virussen en bacteriën (1).
Hoe moet je dit nieuws interpreteren?
De aangehaalde stelling is op twee vlakken fout:
De bloedhersenbarrière bevindt zich in werkelijkheid op een andere plaats.
De neuswisser komt zelfs niet in de buurt van de bloedhersenbarrière.
Anatomie voor (niet zo) dummy’s: bloedhersenbarrière en schedelbasis
Onze hersenen zijn het controlecentrum van ons lichaam en hebben een invloed op zowat alle levensnoodzakelijke processen. Omdat ze zo belangrijk zijn, zijn er verschillende beschermingsmechanismen ingebouwd:
De meest bekende zijn de schedel, de hersenvliezen en het hersenvocht.
Die vormen samen een stevige, schokbestendige box die onze hersenen beschermt tegen schade van buitenaf.
Volgens de aangehaalde websites is de bloedhersenbarrière het deel van deze benige bescherming ter hoogte van het dak van de neus (Fig. 1):
In werkelijkheid bevindt de bloedhersenbarrière zich niet in onze neus, maar ter hoogte van de bloedvaten:
Via de bloedvaten kunnen zuurstof en voedingsstoffen onze verschillende organen, en dus ook onze hersenen, bereiken.
Daarnaast circuleren ook schadelijke stoffen in onze bloedvaten, zoals bijvoorbeeld alcohol, toxische stoffen, virussen, bacteriën en geneesmiddelen (die niet in de hersenen horen):
Al die stoffen kunnen onze bloedvaten binnentreden of verlaten door microscopisch kleine poriën in de bloedvatwand.
In onze hersenen zijn die poriën nog kleiner, zodat niet alle stoffen zomaar doorheen de wand kunnen.
Onze bloedvaten zijn bovendien omringd door beschermende cellen (pericyten en astrocyten).
Deze aangepaste bloedvatenwand is de echte bloedhersenbarrière (Fig. 2) (2-6).
Geen problemen bij correcte staalafname
Zelfs als de bloedhersenbarrière zich bovenaan onze neusholte zou bevinden, hoeven we geen schrik te hebben: de neuswisser komt daar niet eens in de buurt.
Correcte staalafname gebeurt in het bovenste deel van de keel, en niet in het neusdak (Fig. 1).
De neuswisser wordt daarvoor parallel met de neusbodem naar binnen gebracht (7, 8).
Om toch het neusdak te bereiken, moet de wisser onder een hoek van meer dan 30° ingebracht worden.
Daarbij zou je ook andere anatomische structuren (de neusbladen) moeten passeren, waarbij je een weerstand zou voelen.
Neus-keel-oorartsen en hersenchirurgen gebruiken de neus effectief soms als ingangspoort tot de hersenen.
Zij geven aan dat er best wel wat kracht nodig is om door de benige structuren van het neusdak te geraken.
Met een wattenstaafje geraak je daar niet zomaar door (7,8).
Na een jaar intensief neuswissers gebruiken, kennen we amper gevallen waarbij het misliep. Dat is het beste bewijs dat de neuswissers niet schadelijk zijn.
De belangrijkste ‘bijwerkingen’ zijn neusbloedingen en de wisser die afbreekt.
Daarnaast is er een zeer beperkt aantal gevallen beschreven waarbij de testafname toch grondig verkeerd liep:
Door een verkeerde afnametechniek werd het neusdak toch beschadigd.
De bloedhersenbarrière is geen echte barrière tussen het neusdak en de hersenen, maar een versteviging rond de bloedvaten die door onze hersenen lopen. Door die versteviging kunnen stoffen als virussen, bacteriën of geneesmiddelen, die in onze bloedbaan terechtkomen, niet doorsijpelen naar onze hersenen. Als een coronatest correct wordt afgenomen, wordt de neuswisser parallel met de neusbodem tot in de keel gebracht, ver weg van het neusdak. Dan zijn de wissers dus veilig en kunnen ze geen hersenschade veroorzaken.