Neen, niet iedereen moet zomaar vitamine D-supplementen innemen
Onderzoekers uit Duitsland en Spanje zetten de studies van de voorbije 10 jaar naar het effect van vitaminesupplementen op dementie en milde cognitieve stoornissen op een rij. In totaal namen ze 27 interventiestudies met supplementen op in hun overzichtsstudie:
Er waren grote verschillen in de proefopzet van de verschillende studies. Zowel in de duur van de toediening als de dosis en de gemeten effecten was er weinig uniformiteit. Ook was het aantal beschikbare studies voor bepaalde vitamines heel klein: voor vitamine B1 was er bijvoorbeeld slechts 1 studie. Dit maakt het moeilijk om de resultaten met elkaar te vergelijken en een besluit te formuleren. Toch konden de auteurs enkele conclusies trekken:
Verschillende onderzoeken tonen aan dat voeding een rol speelt in het voorkomen of vertragen van dementie. Zowel het mediterraan dieet als het DASH- en MIND-dieet zouden een positief effect kunnen hebben (2).
Welke rol individuele voedingsstoffen en supplementen spelen, is minder duidelijk. Deze studie tracht daar een antwoord op te bieden. Maar de resultaten zijn niet veelbelovend. Op foliumzuur na lijken de onderzochte vitaminesupplementen geen effect te hebben bij dementie, noch de kans erop te verkleinen. Ook voor foliumzuur is de bewijskracht trouwens laag, en zijn de effecten bescheiden.
De richtlijn van de WHO houdt dus stand: gebruik geen supplementen van vitamine B en E, visolie en multivitaminen om je kans op cognitieve achteruitgang of dementie te verkleinen (3).
Uit een overzichtsstudie blijkt dat we van vitaminesupplementen geen groot heil moeten verwachten. Supplementen van de meeste B-vitaminen, vitamine D en E verminderen de kans op dementie of de achteruitgang ervan niet. Enkel foliumzuur zou een positief effect kunnen hebben. Maar ook daarvoor is de bewijskracht laag en het effect bescheiden. De aanbeveling van de WHO om geen supplementen te gebruiken, blijft dus gelden.