Op kleinkinderen passen kan nog steeds enkel door grootouders jonger dan 65 jaar
De Canadese studie waarop dit bericht gebaseerd is, werd bij muizen uitgevoerd, en niet bij mensen (1). De onderzoekers wilden de theorie testen dat genetisch materiaal, dus ook dat wat doorgegeven wordt via spermacellen, beïnvloed wordt door voedingsgewoonten. Het zou gaan om kleine chemische wijzigingen aan het DNA met grote gevolgen. Deze theorie behoort tot het domein van de epigenetica, een snel groeiend onderzoeksveld dat de impact van voeding op de structuur van het DNA bestudeert.
Vrouwen die zwanger willen worden en vrouwen in het eerste zwangerschapstrimester krijgen de raad om extra foliumzuur in te nemen. Voldoende foliumzuur, vooral aanwezig in groene bladgroenten, vermindert het risico op open ruggetje (spina bifida) bij het kind. Om zeker te zijn dat vrouwen voldoende foliumzuur binnen krijgen, worden extra supplementen aanbevolen in de zwangerschap. In dit onderzoek wilde men nagaan of dergelijk verband ook voor mannen opgaat, althans voor mannelijke proefmuizen. De muizen werden in twee groepen verdeeld: de ene groep kreeg voldoende foliumzuur en bij de andere groep zorgden de onderzoekers voor een tekort. De vrouwelijke muizen die door de proefmuizen met foliumzuurtekort bevrucht werden, hadden opmerkelijk meer abnormaal nageslacht in vergelijking met het nageslacht van de muizen die voldoende foliumzuur gekregen hadden: 27 procent afwijkingen tegenover 3 procent. De afwijkingen bij de muisjes met een vadermuis met foliumzuurtekort waren ernstig: misvormingen van kopje, ledematen of lijfje, terwijl de muisjes met gezonde vaders veel minder en eerder lichte mankementen vertoonden, zoals een abnormale huidverkleuring.
De onderzoekers besluiten dat een tekort aan foliumzuur het genetisch materiaal van mannetjesmuizen aantast, met meer afwijkingen bij het nageslacht als gevolg. Ze schrijven ook dat epigenetische wijzigingen aan de basis kunnen liggen van chronische aandoeningen.
Het gaat om een laboratoriumonderzoek bij muizen, niet bij mensen. Mensen en muizen hebben heel wat genetisch materiaal gemeen, maar er zijn ook belangrijke verschillen. Wat wordt aangetoond in muizen, kan je dus niet zo maar doortrekken naar mensen. De proefmuizen hadden bovendien hun hele leven lang ernstige foliumzuurtekorten die geïnduceerd werden door de onderzoekers.
Dat vergelijken met een groentearm dieet ligt evenmin voor de hand. Ten slotte is het verband tussen genetische afwijkingen in het sperma-DNA van de muisjes enerzijds en de chronische aandoeningen op latere leeftijd anderzijds, hier niet hard gemaakt, maar wordt dit enkel gesuggereerd.
De invloed van eetgewoonten op het genetisch materiaal is een boeiend onderzoeksdomein. Dit onderzoek toont aan dat foliumzuurtekort bij mannelijke proefmuizen leidt tot meer afwijkingen bij het nageslacht. Of dit ook voor mensen geldt, is hier niet aangetoond.