Coronavaccins kunnen geen problemen veroorzaken bij niet-gevaccineerde personen
Hondsdolheid of rabiës is een dodelijke virusziekte die sinds 2001 niet meer voorkomt in België. Dat hebben we te danken aan strenge voorzorgsmaatregelen. Zo mag een dier uit een land waar nog hondsdolheid voorkomt, zoals Peru, niet zomaar worden ingevoerd. Het moet eerst gevaccineerd worden, en na 30 dagen moet met een bloedafname gecontroleerd worden of er antistoffen aanwezig zijn. Vervolgens moet het dier nog eens 90 dagen in quarantaine blijven in het thuisland alvorens het getransporteerd mag worden.
Lee, het katje dat voor veel ophef zorgde, was wel gevaccineerd in Peru, maar werd er vervolgens niet in quarantaine gehouden. Daarom wil de overheidsinstantie FAVV (Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid) het katje voor alle zekerheid laten inslapen. Daarmee volgt ze de internationaal geldende richtlijnen (1).
Rabiës is een zoönose: dat betekent dat het een ziekte is die kan overgaan van dier op mens. De overdracht van het virus (Lyssavirus) gebeurt wanneer speeksel van een besmet dier in contact komt met een huidwondje of met slijmvliezen van een mens. Driekwart van alle besmettingen bij de mens verloopt via een hondenbeet, vandaar de naam hondsdolheid. Maar ook katten, apen, vleermuizen, vossen, wolven en andere zoogdieren kunnen deze Lyssavirussen herbergen. Een beet, een krab of een lik op de slijmvliezen (zoentjes geven aan een besmet dier) volstaat om de ziekte over te brengen.
Wanneer een persoon besmet wordt met dit virus, duurt het meestal 20 tot 90 dagen (en uitzonderlijk nog langer) alvorens hij zich ziek voelt. Hondsdolheid begint met vage griepachtige symptomen, gevolgd door het typisch beeld met slikproblemen en speekselvloed. Drinken lukt niet meer. De persoon belandt in een coma en overlijdt zo goed als altijd. Hondsdolheid is dodelijk en er is geen behandeling. Gelukkig bestaat er een vaccin!
Bij besmette dieren kent deze ziekte een gelijkaardig verloop. Door de lange klachtenvrije eerste fase kunnen dieren, die schijnbaar gezond zijn, het virus al overdragen op mensen.
Jaarlijks overlijden wereldwijd ongeveer 55.000 mensen aan hondsdolheid.
De vaccinatie tegen rabiës bestaat uit twee delen:
Deze vaccinatie wordt normaal goed verdragen (1 op 10 personen heeft wat last op de prikplaatsen of ontwikkelt tijdelijk lichte koorts). Dit bijzondere vaccin is niet altijd beschikbaar en wordt hoofdzakelijk toegediend via reisvaccinatiecentra, bijvoorbeeld aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen. Aan sommige mensen wordt het wel aanbevolen, bijvoorbeeld:
Hondsdolheid of rabiës is een zeer ernstige virusziekte die zo goed als altijd dodelijk afloopt. Er bestaat geen behandeling, maar wel een vaccin. De rabiësvaccinatie is vrij complex. Ze bestaat uit twee delen: een eerste set van 2 injecties, en, pas na een verdachte beet of krab, een tweede reeks injecties. Dit vaccin is niet breed beschikbaar en wordt enkel aanbevolen aan bepaalde risicogroepen.