Te weinig onderzoek om te stellen dat België Europees kampioen staken is
Volgens Sammy Mahdi (cd&v) zou vandaag “in gans Europa slechts 20% van de mensen die moeten terugkeren ook effectief terugkeren”. Dat zei hij in een uitzending van De Afspraak op vrijdag op 3 mei.
Screenshot uit De Afspraak.
Volgens Jan Vanderhoeven, de woordvoerder van Mahdi, is die uitspraak gebaseerd op een rapport van de Europese Rekenkamer uit 2021. Het rapport geeft aan dat 29% effectief is teruggekeerd naar derde landen buiten de EU. Als je alle landen van het Europese continent er uit laat, daalt het percentage tot 19%. De cijfers zijn gebaseerd op data van het Europese statistiekbureau Eurostat voor 2019. Het rapport geeft wel aan dat de onderliggende cijfers niet altijd nauwkeurig zijn en er dus voorzichtig mee moet worden omgesprongen. Je kan hierdoor ook geen landen met elkaar vergelijken.
Wanneer je onwettig in een land verblijft, kan je een zogenaamde BGV krijgen, een bevel om het grondgebied te verlaten. Het betreft niet enkel migranten die clandestien de grens overstaken, maar ook bijvoorbeeld studenten of expats die te lang op het grondgebied verblijven.
Bij het krijgen van zo’n bevel moet je in principe terugkeren naar je herkomstland of naar het land waar je een verblijfsrecht hebt. En dat binnen een bepaalde termijn. Wie het land niet binnen die termijn verlaat, wordt onder dwang uitgewezen.
Factcheck.Vlaanderen vroeg de meest recente gegevens op bij Eurostat. Volgens hen kregen 484.160 personen in Europa een BGV in 2023. Het totaal aantal personen dat datzelfde jaar effectief het Europees grondgebied verliet na een bevel was 91.465. Het terugkeerpercentage komt dan overeen met 19%.
Belangrijk: de cijfers van Eurostat gaan enkel over personen die het grondgebied van de EU verlaten. Ze bevatten niet het vertrek in het kader van de Dublin-conventie: vrijwillig vertrek naar een EU-land waar een migrant reeds asiel had aangevraagd.
|
|
2022 |
2023 |
|
Aantal uitgereikte BGV’s |
466.350 |
484.160 |
|
Aantal effectieve terugkeerders |
72.400 |
91.465 |
|
Terugkeerpercentage |
15,5% |
18,9% |
Cijfers voor België worden opgevolgd door de Dienst Vreemdelingenzaken. In 2023 zijn 4.160 personen gedwongen (3.383) of vrijwillig (777) teruggekeerd na het ontvangen van een BGV. In 2022 bedroeg dit 3.678. De cijfers omvat de volledige verplichte terugkeer uit België, ook naar andere EU-landen. In totaal ontvingen 33.057 personen in 2023 een BGV. In 2022 waren dat er 25.292.
Als we voor België dezelfde berekening maken als voor de EU dan bedragen de terugkeerpercentages ongeveer 13% in 2023 en 15% in 2022.
Zoals het rapport van de Europese Rekenkamer al aangaf, zijn er verschillende gebreken aan deze terugkeerpercentages.
Volgens Paulien Blondeel, woordvoerster van de Dienst Vreemdelingenzaken, hebben de cijfers enkel betrekking op het aantal geregistreerde terugkeerders. Dat zijn personen die onder begeleiding van de autoriteiten terugkeerden.
Bij de terugkeerders worden dus zowel de gedwongen als de begeleide, vrijwillige terugkeer geteld. Maar er zijn ook personen die, na het ontvangen van een bevel, vrijwillig het Europese grondgebied verlaten zonder dit te melden aan de autoriteiten. Eurostat laat aan Factcheck.Vlaanderen weten dat hier geen sluitend cijfermateriaal over beschikbaar is.
Factcheck.Vlaanderen nam contact op met Ina Vandenberghe, adjunct van de directeur bij Myria, het Federaal Migratiecentrum. Ook zij heeft twijfels over de methode. Volgens haar is er geen systematische monitoring van de terugkeer: “Alleen gedwongen terugkeer en geassisteerde vrijwillige terugkeer worden bijgehouden. Wie zelf het land verlaat, wordt niet geregistreerd. Sommige bevelen zijn ook niet meteen uitvoerbaar.”
Om dit probleem te verhelpen werd in 2023 het SIS (Schengen Information System) geüpdatet. Dat moet er voor zorgen dat personen die Europa zonder begeleiding verlaten ook geregistreerd worden door de grenslanden. Maar Eurostat geeft aan dat dit systeem nog niet op punt staat.
De ontbrekende cijfers zijn niet de enige lancune. Ine Lietaert, docent migratiestudies aan de UGent, voegt toe dat het sowieso moeilijk is om betrouwbare terugkeercijfers te vinden, wegens verschillen tussen EU-lidstaten: “Lidstaten gebruiken verschillende maatstaven voor het verzamelen van gegevens over migranten. De cijfers per lidstaat kunnen dus niet zomaar met elkaar vergeleken worden.” De lidstaten tellen de wijze waarop de persoon is teruggestuurd bijvoorbeeld op een andere manier. En ook de registraties van de terugkeer verlopen anders.
Lietaert verwijst daarbij naar een studie die concludeert dat “de cijfers van Eurostat aanzienlijke methodologische beperkingen hebben”.
Eurostat geeft mee dat veranderingen in het registratiebeleid van één regio op die manier een invloed kunnen hebben op het totale terugkeerpercentage van Europa: “Er zijn bijvoorbeeld hoge terugkeercijfers geregistreerd in 2016 naar Kosovo en Albanië, vanwege de versnelde procedure daar. Het jaar daarop daalde het terugkeerpercentage weer van 46% naar 37%.”
Blondeel geeft nog een laatste tekortkoming aan: “Er zit altijd een bepaalde tijd tussen het bevel en de terugkeer. Zo kan een BGV afgeleverd worden in november en de persoon in kwestie pas in bijvoorbeeld februari vertrekken.” Hierdoor is een 100% sluitende vergelijking tussen het BGV en de terugkeer op jaarbasis onmogelijk.
Vandenberghe laat nog weten dat omwille van deze tekortkomingen Myria geen gebruik maakt van terugkeerpercentages.
Het percentage van 20% is gebaseerd op terugkeercijfers van Eurostat. Maar het statistiekbureau geeft zelf aan dat er eigenlijk geen nauwkeurige cijfers zijn over het aantal personen dat een bevel kreeg om de EU te verlaten en ook effectief is vertrokken. Zo worden enkel terugkeerders die onder begeleiding zijn vertrokken geteld, omdat het aantal personen zonder vermelding vertrok niet goed bijgehouden wordt. Bovendien rapporteren de lidstaten de terugkeer in hun land op verschillende manieren. Daardoor kunnen de cijfers per lidstaat niet zomaar met elkaar vergeleken worden.
Deze factcheck kwam tot stand in het kader van de factcheckmarathon van de Lage Landen. Partners zijn: factcheck.vlaanderen, VRT NWS, Knack, RTBF, KRO-NCRV Pointer, Het Algemeen Dagblad en deCheckers.