Heeft een slechte relatie invloed op ons immuunsysteem?

Waar komt dit nieuws vandaan?

Een groep Amerikaanse onderzoekers voerde een studie uit bij 85 koppels die minstens twee jaar getrouwd zijn. (1) Alle koppels moesten bloed- en speekselstalen laten afnemen en een vragenlijst over bindingsangst invullen. Bindingsangst wordt gekenmerkt door afhankelijkheid van anderen, angst om afgewezen te worden en hechte relaties aan te gaan. In het speeksel ging men het cortisolgehalte na. Cortisol wordt ook wel het stresshormoon genoemd: het komt vrij bij zowel fysieke als psychologische stress. Het werkt ontstekingsremmend en het onderdrukt het immuunsysteem. In het bloed bekeek men het aantal T-cellen: dit zijn immuuncellen, hoe minder je er hebt, hoe zwakker je immuunsysteem is. Omdat cortisol en het immuunsysteem ook beïnvloed worden door slaapstoornissen en angst in het algemeen, werden hier aparte vragenlijsten voor ingevuld.

Uit de resultaten blijkt dat personen met meer bindingsangst meer cortisol in hun speeksel en minder T-cellen in hun bloed hebben. Deze effecten bleven gelijk wanneer men rekening hield met slaapkwaliteit en angst in het algemeen.

Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?

Deze kleine studie is een voorbeeld van een cross-sectioneel onderzoek. Dat betekent dat een meting gebeurt op één tijdstip, in plaats van een persoon voor een langere tijd te volgen. Het nadeel aan dit soort studies is dat er geen oorzaak-gevolgrelatie kan bepaald worden, en dat men niet kan bewijzen wat eerst gebeurde. We kunnen dus aan de hand van deze studie niet met zekerheid weten of mensen met bindingsangst een slechter immuunsysteem hebben. Het zou namelijk ook kunnen dat mensen met een hoger cortisolgehalte, vaker bindingsangst hebben. De oorzaak-gevolg relatie valt hier niet uit af te leiden.

Verder wordt in de kranten gesproken over een ‘slechte relatie’, en gaat het in dit onderzoek specifiek over bindingsangst. Deze twee gaan niet steeds hand in hand, dus over ongezonde relaties kan geen uitspraak gedaan worden aan de hand van deze studie.

Ondanks deze beperkingen is het onderzoek een argument voor de theorie dat ons emotioneel welzijn een verband houdt met onze fysieke gezondheid. De onderzoekers geven geen suggesties over mogelijke oplossingen voor bindingsangst. 

Conclusie

Deze kleine studie suggereert dat mensen met bindingsangst meer stresshormoon en minder immuuncellen hebben. Of dit wordt veroorzaakt door bindingsangst, of eerder andersom, kan men hier echter niet uit afleiden.