Leukemie is geen “zinvol biologisch speciaalprogramma”, maar een dodelijke ziekte
Omdat diverse eerdere studies suggereerden dat oefeningen de vooruitgang van dementie kunnen vertragen, zetten Britse onderzoekers een placebo-gecontroleerde studie op met 494 mensen met lichte tot matige dementie (1). De deelnemers werden willekeurig toegewezen aan 2 groepen: de eerste groep (165 mensen) fungeerde als controlegroep, terwijl de tweede groep (329 mensen) een oefenprogramma volgde. Gedurende 4 maanden namen ze 2 keer per week deel aan 60 tot 90 minuten durende oefensessies, bestaande uit fietsen en rechtstaan en weer gaan zitten met gewichtjes: een combinatie van aerobe training en krachttraining, op maat van hun mogelijkheden. Geheugen en andere cognitieve functies werden getest bij de start, na 6 maanden en na 1 jaar, gebruik makend van een gevalideerde evaluatietest voor alzheimerdementie.
Tot grote teleurstelling van de onderzoekers haalde de oefengroep zelfs een iets minder goede score dan de controlegroep. Dat verschil is te klein om te stellen dat het beweegprogramma de progressie van dementie versnelde, maar toont wel aan dat oefeningen op maat de progressie zeker niet afremt.
Dit is een goed uitgevoerde studie met controlegroep, met resultaten die anders uitdraaien dan wat de onderzoekers gehoopt hadden. Terwijl studies uitwijzen dat bewegen dementie kan voorkomen (door te bewegen blijven je bloedvaten in goede conditie, dus ook de bloedvaten in je hersenen), kan bewegen de ziekte niet afremmen eens ze zich geïnstalleerd heeft.
Dat neemt niet weg dat de oefeningen andere gunstige effecten hadden: de deelnemers uit de oefengroep konden na 1 jaar iets verder (gemiddeld 18 meter) wandelen en voelden zich ook fitter. Toch had deze verbetering amper impact op hun dagelijkse activiteiten en levenskwaliteit.
In tegenstelling tot eerdere beweringen toont deze goed uitgevoerde, gecontroleerde studie aan dat een intensief oefenprogramma dementie niet afremt eens de ziekte zich geïnstalleerd heeft.