55% van de Belgische jongeren kampt met meerdere psychische klachten
Zelfverwonding is een zeer ernstige zaak. Jongeren die zichzelf kerven of kwetsen worden vaak opgenomen, omwille van het risico op zelfdoding. Een nieuwe overzichtsstudie bracht alle goed uitgevoerde studies over zelfverwonding (automutilatie) bij jongeren samen (1). In totaal ging het om 55 studies met betrekking tot 17.699 jongeren. De meest gebruikte en meest onderzochte behandelingstechniek is cognitieve gedragstherapie waarbij jongeren vaardigheden aanleren om anders om te gaan met hun problemen. Meestal leren ze dit in minder dan 10 sessies. Van de 55 studies gingen er 18 over cognitieve gedragstherapie bij repititieve zelfverwonding. Deelnemende jongeren kregen ofwel deze therapie ofwel de klassieke gespreksbegeleiding. De resultaten tonen dat cognitieve gedragstherapie de enige vorm van psychotherapie is waarmee men een bescheiden reductie in het herhalen van zelfverwonding kan bekomen. Bovendien bleek deze therapie ook een gunstige invloed te hebben op depressieve stemming, gevoelens van wanhoop en zelfmoordgedachten.
Cognitieve gedragstherapie leidde in dit onderzoek tot een reductie van 6%, wat wel erg bescheiden is. De andere gebruikte interventies hadden geen aantoonbaar effect, maar werden totnogtoe ook nauwelijks onderzocht. Cognitieve gedragstherapie is veruit de meest onderzochte psychologische interventie.
Niet alle psychotherapeuten zijn vertrouwd met de aanpak van zelfverwonding. In Vlaanderen verzamelt de website zelfverwonding accurate informatie voor deze adolescenten, ouders, omgeving alsook de hulpverleners, samen met contactgegevens van therapeuten die met deze problematiek vertrouwd zijn.
Zelfverwonding bij jongeren is een ernstig probleem dat begeleid moet worden. Volgens een nieuwe overzichtsstudie wordt het meest succes geboekt met cognitieve gedragstherapie.