Vergelijking graanproducten met suikerklontjes gaat mank

Een influencer waarschuwt voor suiker in graanproducten: zo zou het eten van twee sneetjes brood gelijk staan aan tien suikerklontjes. Dat klopt niet. De hoeveelheden zijn overdreven. Bovendien neemt je lichaam suikers uit brood anders op en zijn ze voedzamer dan bij suikerklontjes.

8 augustus 2025

factcheck voeding

Volgens een influencer is voor ons lichaam het eten van twee sneetjes brood gelijk aan tien klontjes suiker, een bord rijst aan 16 klontjes en een kommetje ontbijtgranen aan 2 theelepels suiker.

Dat klopt niet. Hoewel ons lichaam koolhydraten uit brood en pasta wel opslaat in de vorm van suikers, werken die helemaal anders dan de suikers uit zoetigheden.

Het klopt wel dat de bloedsuikerpiek verkleint door meer vezels te eten. Die kan je onder meer halen uit volkoren graanproducten.

In een video op Instagram geeft influencer Jessica Wilton voedingsadvies. Ze waarschuwt voor brood, pasta en rijst, omdat ons lichaam die zou opslaan als suiker. Twee sneetjes brood zouden gelijkstaan aan 10 klontjes suiker, een bord rijst aan 16 klontjes suiker en een kommetje ontbijtgranen aan 2 theelepels suiker.

Vergelijking is “metafoor”

Wilton noemt zichzelf een “holistic nutrition coach” en verkoopt voedingsproducten zoals supplementen op haar website. Op onze vraag geeft ze meer duiding. “Ik gebruik die vergelijking niet letterlijk, maar als visuele metafoor voor wat er in het lichaam gebeurt: hoe snel en hoeveel glucose vrijkomt in het bloed, wat dus ook relevant is voor de insulinerespons. Dit helpt volgers op sociale media, die vaak geen medische achtergrond hebben, om beter te begrijpen waarom snelle koolhydraten impact hebben op hun energieniveau, vetopslag en honger.”

Twee sneetjes brood staan niet gelijk aan 10 suikerklontjes

“De vergelijking tussen brood en suikerklontjes is weinig genuanceerd”, vindt diëtist Laura Celis van het UZ Leuven. “Het effect op het lichaam – zoals verzadiging, insulineaanmaak en bloedsuikerstijging – verschilt sterk, ook al is de uiteindelijke hoeveelheid glucose vergelijkbaar.”

“Te kort door de bocht”, vindt ook An De Meyer, diëtist aan het UZA. “Tien suikerklontjes komt bovendien neer op zestig gram, een sneetje brood bevat gemiddeld 12-13 gram koolhydraten. Dat kan dus totaal niet.”

“Wat ze doet is ook appelen met peren vergelijken, want hoewel brood en suiker allebei koolhydraten bevatten, werken die in ons lichaam helemaal anders. Ja, ons lichaam slaat koolhydraten als brood en pasta op in de vorm van suiker, maar dat is ook de bedoeling”,

Koolhydraten uit brood niet hetzelfde als suikerklontjes

Brood, pasta, rijst en ontbijtgranen bevatten koolhydraten. “Daar halen we 50 tot 55 procent van onze energie uit,” zegt De Meyer. Omdat we niet al die energie vlak na een maaltijd nodig hebben, slaat ons lichaam die in de lever en spier op, in de vorm van suikers - voornamelijk glucose - en laat ze geleidelijk los in ons bloed.

Maar niet elke suiker is uit hetzelfde hout gesneden. Zo komt glucose afkomstig van brood, pasta en rijst veel trager in ons bloed terecht, dan van zoetigheden als koekjes en snoep. Die staan dan ook bekend als ‘snelle suikers’, waarbij de piek in bloedsuiker en vervolgens insuline groter is. Dat is minder voedzaam en levert geen interessante energievoorraad om toe te komen tot de volgende maaltijd.

Lichaam verbrandt vet, ook bij verhoogde insuline

Het is net die insulinepiek waarvoor Wilton waarschuwt: “Zodra je bloedsuiker stijgt, maakt je lichaam insuline aan. Insuline bepaalt of je vet verbrandt of vet opslaat. Als insuline te vaak te hoog is, kan je lichaam geen vet meer verbranden en slaat het dus vet op.”

“Die uitspraak is gedeeltelijk waar in de context van insulineresistentie of chronische hyperinsulinemie, maar zeker niet bij gezonde individuen met normale insulinerespons”, stelt Laura Celis gerust. “Wanneer insuline stijgt, bijvoorbeeld na een maaltijd met koolhydraten, wordt de vetafbraak tijdelijk geremd en vetopbouw bevorderd. Dat is een normale fysiologische respons en betekent niet dat je géén vet kunt verbranden zolang je insuline verhoogd is. Een gezond lichaam kan flexibel schakelen.”

Vezels uit volkoren graanproducten

Om zo’n insulinepiek te voorkomen, adviseert Wilton in haar video om meer vezels te eten, bijvoorbeeld via groenten of met een darmkuur die ze zelf verkoopt via haar website.

“We raden inderdaad altijd de meest vezelrijke optie aan”, zegt An De Meyer. “Hoeveel glucosebolletjes een witte of bruine boterham heeft, dat zal niet veel verschillen. Maar de volkorenbrood, -pasta en -rijst zijn voedzamer dan de witte varianten én bevatten meer vezels. Dat is niet alleen goed voor je darmen, maar vertraagt ook het vrijstellen van koolhydraten in je bloed.”

Voor een voldoende inname van voedingsvezels adviseert de Hoge Gezondheidsraad voor een volwassene een dagelijks minimum van 125 gram aan volle graanproducten. Maar slechts 1 procent van de Belgen haalt dat.

“Door de vezels worden koolhydraten trager opgenomen, dat is altijd goed. Maar door zo kort door de bocht te gaan, en een boterham gelijk te stellen aan een hoeveelheid suiker, zo creëer je een angst voor brood en dat is ook weer niet nodig”, aldus An de Meyer. Volgens Wilton is dat niet haar bedoeling: “Ik gebruik dit soort vergelijkingen niet om angst aan te jagen, maar om bewustwording te creëren.”

Conclusie

De vergelijking tussen graanproducten en suikerklontjes is te kort door de bocht. Enerzijds zijn de hoeveelheden overdreven: twee sneetjes brood bevatten lang geen 10 klontjes suiker. Anderzijds is de suiker die je lichaam uit graanproducten niet hetzelfde: de suikerpiek die volgt op koolhydraten is lang zo scherp niet als de piek na een suikerklontje.

Anna Lauwereys

 
Lees ook...
mei 2022

Niet 33%, maar 15% van de geproduceerde tarwe komt uit Rusland en Oekraïne