Voor een vaccin goedkeuring krijgt, testen en bestuderen wetenschappers het eerst grondig tijdens klinische proeven, zo staat te lezen in een presentatie over de veiligheid van COVID-19-vaccins van het Europese Geneesmiddelenbureau EMA.
Ook in de Verenigde Staten is dat het geval, volgens een document van de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC).
Klinische proeven zijn een vorm van wetenschappelijk onderzoek waarbij de veiligheid van nieuwe behandelingen wordt bestudeerd. Mensen kunnen er vrijwillig aan deelnemen. Die klinische proeven zijn met grote zorg opgezet en ontwikkeld, en moeten goedkeuring krijgen voor ze mogen starten. Dat legt de Wereldgezondheidsorganisatie uit.
Voor vaccins beschikbaar zijn voor iedereen, testen wetenschappers ze dus op grote groepen mensen. Maar toch is het mogelijk dat een erg zeldzame bijwerking tussen de mazen van het net glipt.
Een bijwerking die zich voordoet bij één op één miljoen gevaccineerden, zal immers niet noodzakelijk gedetecteerd worden in een klinische proef met tienduizend vrijwilligers.
Die zeldzame bijwerkingen kunnen alsnog boven water komen wanneer een vaccin op de markt komt en miljoenen mensen er gebruik van maken. Daarom kunnen mensen aan specifieke instanties melden dat ze een probleem ondervonden na hun vaccinatie.
Op basis van de meldingen die er binnenkomen, bepalen wetenschappers of er verder onderzoek nodig is naar de link tussen een probleem en het vaccin. Voor die veiligheidscontrole zijn databanken met vermoedelijke bijwerkingen dus essentieel, zeggen de CDC.
Elk jaar krijgt bijvoorbeeld het Amerikaanse meldpunt VAERS ongeveer 30.000 meldingen over vermoedelijke bijwerkingen. Het grootste deel van die meldingen gaat over milde en gekende bijwerkingen van vaccinaties.
Soms stellen wetenschappers een ongebruikelijk hoog aantal meldingen van een bepaald probleem vast, of een nieuw patroon in de meldingen. Dan bekijken specifieke studies of dat probleem effectief het gevolg van de vaccinatie is. Dat schrijven de CDC.
Het is echter niet evident om te bepalen of een probleem al dan niet het rechtstreekse gevolg is van een vaccin. Vaccinatie en een medisch probleem dat erop volgt zijn, althans in eerste instantie, ‘alleen met elkaar in verband te brengen door hun timing: iemand krijgt een vaccin en krijgt op een later tijdstip te maken met een bijwerking,’ staat te lezen in een artikel van Nature.
Daarom doen onderzoekers studies waarbij ze ‘het percentage bijwerkingen bij gevaccineerde bevolkingsgroepen vergelijken met de kans dat ze toevallig optreden bij mensen die het vaccin niet kregen. Ze moeten ook het mechanisme bepalen dat de reactie de reactie heeft veroorzaakt.’
Als de bijwerking effectief het gevolg blijkt van het vaccin, bekijken verantwoordelijke nationale instanties of de voordelen van de vaccinatie opwegen tegen de bijwerking.
‘Als wetenschappers oordelen dat de bijwerking te ernstig is en het voordeel van de vaccinatie er niet meer tegen opweegt, kunnen de bevoegde instanties de vergunning van het vaccin intrekken,’ communiceert het Belgische Federale Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) via mail aan Factcheck.Vlaanderen.
‘In België kan het FAGG, meestal in samenspraak met het EMA, de bijsluiter van een geneesmiddel aanpassen. Ze voegen er dan een nieuwe, bewezen bijwerking of waarschuwing aan toe,’ laat het FAGG weten.
Het FAGG vertelt ook dat ze belangrijke problemen met de veiligheid van geneesmiddelen steeds op de website publiceert en/of via brief naar de betrokken gezondheidszorgbeoefenaars stuurt.
Het agentschap publiceert daarnaast maandelijks een overzicht van de gemelde problemen, die eventueel bijwerkingen kunnen zijn.
In België kunnen mensen bijwerkingen melden bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG).
Iedereen kan vermoedelijke bijwerkingen melden bij het FAGG. Je hoeft dus geen zorgverlener te zijn om toegang te hebben tot de databanken. Mensen kunnen wel vragen aan hun arts of apotheker of zij de bijwerking willen melden, stelt de website van het FAGG.
Ook de Europese Unie heeft een overkoepelende databank: EudraVigilance, dat onder toezicht van het EMA staat.
Het FAGG (en vergelijkbare instanties in andere Europese landen) sturen alle gemelde bijwerkingen anoniem door naar EudraVigilance. Daar kunnen farmaceutische bedrijven de meldingen over hun geneesmiddelen raadplegen.
De meldingen die bij EudraVigilance binnenkomen, publiceren zij op de website Adrreports.eu. Dat is een openbaar portaal waar iedereen de meldingen vermoedelijke bijwerkingen kan raadplegen.
Ook farmaceutische bedrijven zelf houden dit soort meldingen bij. ‘Farmaceutische bedrijven zijn ook verplicht om een systeem te hebben waarin ze vermoedelijke bijwerkingen verzamelen. Ze dienen die binnen bepaalde termijnen ook in bij het EMA’, laat het EMA via mail weten aan Factcheck.Vlaanderen.
In de Verenigde Staten kunnen mensen mogelijke bijwerkingen melden bij het Vaccine Adverse Event Reporting System (VAERS). Dat staat onder toezicht van de Centers for Disease Control and Prevention (CDC) en de Food and Drug Administration (FDA).
Iedereen kan de databank van bijvoorbeeld EudraVigilance raadplegen. Als je dat doet, is het belangrijk om in het achterhoofd te houden dat een melding van een probleem niet noodzakelijk betekent dat er een causaal verband is met het geneesmiddel.
Met andere woorden: het is niet omdat een probleem zich voordoet na vaccinatie, dat het zich voordoet als gevolg van de vaccinatie.
Verschillende nieuwsmedia, zoals Reuters, schreven hier al factchecks over. Ook bij Factcheck.Vlaanderen verschenen eerder al artikels over het onderwerp, zoals over vrijgekomen documenten van Pfizer.
Het EMA schrijft als waarschuwing bij de databank dat ‘de informatie op deze website betrekking heeft op vermoedelijke bijwerkingen, met andere woorden, incidenten die zijn waargenomen na toediening van of behandeling met een geneesmiddel. De mogelijkheid bestaat echter, dat deze vermoedelijke bijwerkingen niet gerelateerd zijn aan of veroorzaakt zijn door het geneesmiddel.’
De bijwerking kan dus ook door andere factoren veroorzaakt zijn. De ziekte waarvoor het medicijn gebruikt werd, bijvoorbeeld, kan aan de oorsprong van het probleem liggen. Hetzelfde geldt voor de wisselwerking tussen meerdere geneesmiddelen die de patiënt nam.
‘Je moet elke melding zien als een stukje van een puzzel, waarbij je rekening moet houden met alle beschikbare informatie om het plaatje compleet te maken. Pas na grondige analyse van alle beschikbare data kan een solide conclusie getrokken worden,’ verduidelijkt het FAGG via mail aan Factcheck.Vlaanderen.
In dezelfde disclaimer waarschuwt het EMA ook voor een aantal andere valkuilen. Zo geeft het aantal meldingen niet per se een goed idee van de waarschijnlijkheid van een bepaalde bijwerking. Het aantal meldingen wordt immers ook beïnvloed door hoeveel mensen het vaccin kregen.
‘Het klopt dat databanken te maken hebben met een zekere onderraportering (waarbij niet elk probleem dat zich voordoet na vaccinatie gemeld wordt, nvdr.), hoewel er tijdens de coronacrisis wel een stijging in het aantal meldingen te bemerken valt. In België is er immers geen verplichting om bijwerkingen te melden,’ laat het FAGG weten aan Factcheck.Vlaanderen.
Ook de website van het VAERS heeft het over onderraportering. Volgens hen ontvangt het systeem slechts meldingen over een klein deeltje van alle problemen die zich voordoen na vaccinatie.
Dat is op zich niet helemaal onlogisch: dokters en patiënten weten immers dat vaccins vaak gepaard gaan met (milde) bijwerkingen, die meestal gekend zijn en in de bijsluiter staan. Ze vinden het dan niet nodig om alles wat zich voordoet te melden.
Vaccinatie zorgt bijvoorbeeld vaak voor een lichte pijn op de plaats van de injectie, een fenomeen dat zich mogelijk miljoenen keren per jaar voordoet. Maar VAERS ontvangt daar vrij weinig meldingen over, precies omdat mensen verwachten dat ze na een spuitje wat pijn in de arm kunnen ervaren en dat niet meldenswaardig vinden.
Omgekeerd geeft VAERS ook aan dat meer serieuze en onverwachte problemen waarschijnlijk vaker gemeld worden dan mildere (potentiële) bijwerkingen.
Vaccins worden getest op bijwerkingen voordat ze op de markt komen. Zeldzame bijwerkingen kunnen daarbij soms door de mazen van het net glippen. Daarom worden vaccins ook nog opgevolgd wanneer ze al op de markt verkrijgbaar zijn.
Iedereen die een probleem ervaart na zijn vaccinatie, kan dat melden. Die meldingen zijn vaak toegankelijk voor iedereen, maar het is belangrijk om ze niet verkeerd te interpreteren. Dat een probleem zich voordoet en gemeld wordt, betekent immers niet dat het vaccin aan de oorzaak ervan ligt. Om dat te bepalen, zijn extra studies nodig.
Onderraportering komt voor bij deze meldpunten, al worden echt serieuze en onvoorziene problemen wellicht vaker gemeld dan milde en gekende bijwerkingen.