België in middenmoot bij statistieken over depressie
De ziekte van Parkinson is een neurodegeneratieve aandoening: door de verminderde aanmaak van de boodschapperstof dopamine in de hersenen ontwikkelen mensen die aan deze ziekte lijden bewegingsstoornissen (moeilijke gang, beven) en komen mentale problemen (angst, depressie, lusteloosheid, geheugenproblemen en concentratiestoornissen) frequenter voor. Het is niet bekend of depressie een gevolg is van de ziekte, bijvoorbeeld omdat ze zwaar om dragen is of als nevenwerking van de medicatie (meestal levodopa), of reeds aanwezig was nog voor de diagnose van de ziekte van Parkinson gesteld werd.
Een internationale onderzoeksgroep, waaraan zowel Amerikaanse als Europese wetenschappers deelnamen, volgde gedurende 2 jaar 423 mensen die net de diagnose Parkinson gekregen hadden en vergeleek ze met 196 gezonde vrijwillligers (1). Ze vergeleken bij de start en op verschillende latere tijdstippen diverse mentale verschijnselen in beide groepen: depressiviteit, angst, slapeloosheid, impulsiviteit en cognitieve functies (geheugen, concentratie,...). Uit hun bevindingen blijkt dat de meeste symptomen, zoals depressie, lusteloosheid en angst, inderdaad opvallend vaker aanwezig zijn bij Parkinsonpatiënten dan bij gezonde vrijwilligers, maar ook reeds op het moment van de diagnose, nog voor de behandeling wordt opgestart. Op het ogenblik van de diagnose kampte 13% van de Parkinsonpatiënten met een depressie tegenover 6% in de controlegroep. Dit toont aan dat depressie, angst, lusteloosheid en slapeloosheid waarschijnlijk niet het gevolg zijn van de ziekte, maar tegelijkertijd met de ziekte ontstaan. De mentale symptomen verergeren in de loop van het ziekteproces.
Depressie en angst komen vaak voor in combinatie met de ziekte van Parkinson, en dit reeds op het ogenblik van de diagnose. Mensen worden dus niet depressief als gevolg van de ziekte, evenmin als gevolg van de medicijnen, maar blijken van bij aanvang gevoeliger voor mentale stoornissen. De wetenschappers suggereren dat degeneratieve processen in de hersenen die de ziekte van Parkinson veroorzaken tegelijkertijd ook andere mentale problemen, zoals depressie, doen ontstaan. Over de mechanismen die hier aan de basis liggen, tast men nog in het duister. Het zou ook interessant zijn te weten of mentale problemen al bestonden voor mensen geconfronteerd worden met Parkinson.
Een pluspunt van dit onderzoek is dat het ging om een grote groep patiënten uit de hele westerse wereld. Een minpunt is echter dat in de loop van de opvolgperiode veel Parkinsonpatiënten uitvielen (niet meer deelnamen aan de vervolgonderzoeken): na 2 jaar was nog slechts 23% beschikbaar.
Angst en depressie komen vaker voor bij Parkinsonpatiënten. Deze studie toont aan dat de mentale stoornissen vaak reeds aanwezig zijn op het ogenblik van de diagnose.
Meer informatie over de ziekte van Parkinson:
http://www.gezondheidenwetenschap.be/richtlijnen/ziekte-van-parkinson