Er bestaat geen Pfizeronderzoek dat hoge kans op hartaanval door vaccinatie aantoont
De bewering dat vaccins, in het bijzonder het MBR-vaccin (mazelen-bof-rubellavaccin), autisme zouden kunnen veroorzaken, blijft opduiken op sociale media sinds meer dan tien jaar (1). Het gerucht vindt zijn oorsprong in een studie die werd aangevraagd door de Britse arts Andrew Wakefield in 1998. Hij onderzocht twaalf kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Negen van deze kinderen hadden autisme, en acht ouders waren ervan overtuigd dat het autisme was ontstaan vlak na de toediening van het MBR-vaccin. Wakefield suggereerde een mogelijk oorzakelijk verband tussen het mazelenvaccin en autisme, maar kon dit nooit aantonen. Bovendien pleegde hij serieuze fraude tijdens de rechtszaak die hierop volgde. De studie haalde uitgebreid de media en sloeg in als een bom. Daardoor werden zeer veel ouders ongerust en lieten sommige hun kinderen niet meer vaccineren tegen mazelen. Daarna volgden vrijwel onmiddellijk opstoten van mazelen, een ernstige en zeer besmettelijke infectieziekte die perfect te voorkomen is.
Andrew Wakefield zelf werd geschorst als arts, wat betekent dat hij niet meer als arts mag werken. Dat belet hem niet om nog steeds lezingen te geven tegen vaccinatie. Het oorspronkelijke artikel werd teruggetrokken, en er volgde een proces en een rechtzetting in het tijdschrift dat het initieel uitbracht. Zoiets gebeurt enkel in geval van grove fouten.
Er bestaat nog steeds ongerustheid over een mogelijk verband tussen mazelenvaccinatie en autisme. Anti-vaxxers blijven dit gerucht verspreiden via sociale media. Daarom hebben wetenschappers, bovenop de standaard evaluatie van vaccinveiligheid die ze constant uitvoeren, het verband zeer grondig onderzocht in verschillende nieuwe studies. Dat bleek nodig, omdat de ongerustheid ertoe geleid heeft dat een aantal kinderen niet meer gevaccineerd wordt. Daardoor kunnen epidemieën ontstaan en kan het aantal gevallen sterk toenemen, met zelfs sterfgevallen en hersenschade als gevolg. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie stierven in 2018 meer dan 140.000 kinderen aan mazelen. De meeste waren jonger dan 5 jaar (2). Ook in Europa zien we de laatste jaren meer en meer gevallen van mazelen.
In 2014 werd een grondige overzichtsstudie gepubliceerd van de tot dan toe gevoerde studies over de relatie tussen vaccinatie van kinderen en het voorkomen van autisme en autismespectrumstoornissen. Deze overzichtsstudie werd uitgevoerd door onafhankelijke wetenschappers van de universiteit van Sydney en omvat gegevens van bijna 1,3 miljoen kinderen. De onderzoekers stelden geen enkel verband vast tussen vaccinatie en autisme (3). Ze bestudeerden ook de hulpstoffen die in vaccins gebruikt worden: ook die veroorzaken geen autisme.
In 2019 volgde nogmaals een zeer uitgebreide studie bij 657.461 Deense kinderen, die ruim tien jaar werden opgevolgd (4). De meerderheid werd gevaccineerd met het MBR-vaccin, en 5% werd niet gevaccineerd. In totaal ontwikkelden 6.517 kinderen autisme, ongeveer één op 100. De onderzoekers vonden geen verschil tussen het aantal kinderen met autisme in de gevaccineerde groep en in de niet-gevaccineerde groep.
In Vlaanderen kregen in 2016 meer dan 96% van de kinderen het MBR-vaccin toegediend. Die hoge vaccinatiegraad moeten we aanhouden, als we mazelen verder onder controle willen houden. Ben je niet zeker of je zelf of je kinderen gevaccineerd zijn tegen mazelen? Dan is een inhaalvaccinatie sterk aanbevolen en altijd mogelijk (5).
Geruchten over de invloed van vaccins, in het bijzonder het mazelenvaccin, op het ontstaan van autisme blijven opduiken op sociale media. Het vermeende verband is door wetenschappelijk onderzoek al meermaals weerlegd, maar dat kon de ongerustheid bij jonge ouders niet altijd wegnemen. Dat heeft helaas geleid tot een afname van de mazelenvaccinatie, waardoor de laatste jaren wereldwijd meer dan honderdduizend kinderen stierven door mazelen.