Tijdelijk hoger risico op borstkanker, maar de pil beschermt ook tegen andere kankers
Onderzoekers uit België, Nederland en Denemarken gingen na welke chemische stoffen aanwezig zijn in parfums (1). Om dit te bepalen kochten de wetenschappers 20 bekende parfums aan, en maakten een lijst van alle aanwezige stoffen in deze parfums. In totaal vonden ze 26 chemische stoffen die schadelijk kunnen zijn voor de gebruiker, voor de omgeving en/of allergieën kunnen veroorzaken. Een aantal van die stoffen zouden de hormoonbalans in het lichaam kunnen verstoren: de zogenaamde hormoonverstoorders. Dit kan belangrijk zijn, want in ongeveer 80% van alle borstkankers speelt het vrouwelijk hormoon oestrogeen een rol. Een langdurige blootstelling aan hormoonverstoorders kan het oestrogeengehalte in het lichaam wijzigen, en zo het risico op borstkanker verhogen.
De onderzoekers besluiten dat, zonder degelijke reglementering op Europees niveau, kwetsbare groepen zoals kinderen, zwangere en borstvoedende vrouwen gevaar lopen op ‘ernstige aandoeningen zoals kanker’ wanneer ze aan hormoonverstoorders worden blootgesteld. Informatiecampagnes voor kwetsbare groepen en gezondheidswerkers kunnen helpen om de blootstelling aan dergelijke schadelijke stoffen te verminderen.
De onderzoekers melden dat verzorgingsproducten met het EU Ecolabel geen hormoonverstoorders meer bevatten. Sinds oktober 2021 zijn die immers niet meer toegelaten in deze producten.
Het onderzoek over parfums werd gepubliceerd in een rapport. Dat betekent dat er geen nazicht was door onafhankelijke experten. Ook hebben we geen informatie over de methode, noch over de gevonden dosissen aan schadelijke stoffen.
De onderzoeksgroep bestond uit een Deense consumentenorganisatie, de Belgische organisatie Kom op tegen Kanker en het Nederlandse Tegengif.nl. Deze laatste organisatie strijdt voor een niet-toxisch leefmilieu zonder schadelijke stoffen. Degelijk wetenschappelijk onderzoek naar hormoonverstoorders in ons leefmilieu is uiteraard zeer belangrijk: nauwkeurige meetapparaten en een voortschrijdend wetenschappelijk inzicht zullen zeker een rol spelen in de preventie van bepaalde kankers. Toch is het fout om op basis van een eenvoudig rapport aanbevelingen te formuleren over het gebruik van parfums. Dat creëert onnodige angst.
De studie met de parfums stelt inderdaad chemische stoffen vast die de hormoonbalans kunnen verstoren. Maar nergens wordt het gebruik aan parfums gelinkt aan het voorkomen van kanker. Bovendien weten we niet hoeveel parfum dan wel schadelijk kan zijn. De literatuurlijst in het rapport bestaat uit studies die uitgevoerd werden in laboratoria en uit studies die mogelijke werkingsmechanismen bespreken, maar niet uit epidemiologische studies die een verband zouden vinden tussen parfums en kanker. Krachtige meetapparaten kunnen in zowat alles met een bedenkelijke reputatie (bijvoorbeeld cosmetica, kledij, verpakkingen, enz.) chemische stoffen terugvinden. Maar naast die stoffen zelf spelen de hoeveelheid en de duur van de blootstelling ook een rol. Dergelijke aanbevelingen zonder degelijke wetenschappelijke achtergrond kunnen de geloofwaardigheid van de betrokken instellingen ondermijnen.
Parfums bevatten ongetwijfeld chemische stoffen met een mogelijk schadelijke impact op de gezondheid. Maar het is helemaal niet duidelijk in welke concentratie deze stoffen schade berokkenen, laat staan dat er een verband kan gelegd worden tussen gebruik van parfum en kanker. Er is geen enkele studie die aantoont dat bepaalde hormoongevoelige kankers meer voorkomen bij parfumgebruikers. Dergelijke berichtgeving creëert onnodige angstgevoelens.