Nee, coronavaccins “shedden” niet en veroorzaken geen hepatitis bij kinderen

Verschillende alternatieve nieuwssites hebben recent artikels gepubliceerd rond zogenaamde shedding. Dit is een fenomeen waarbij gevaccineerden deeltjes van het coronavaccin zouden afstoten. Gevaccineerde ouders zouden deze deeltjes bijvoorbeeld doorgeven aan hun ongevaccineerde kinderen. Dit fenomeen zou volgens hen een rol spelen bij de onverklaarde leverontstekingen die recent opdoken. Er is echter geen bewijs dat de vaccins “shedden” en daarbovenop is er nog geen duidelijke link gelegd tussen de vaccins en leverontstekingen.

15 juni 2022

factcheck covid19 gezondheid

Volgens alternatieve nieuwssites zou shedding een rol spelen bij de verschillende gevallen van hepatitis die recent opdoken.

Hepatitis komt slechts zelden voor na vaccins.

Volgens experts zijn er geen aanwijzingen voor de rol van vaccins of shedding bij de onverklaarde hepatitis, de exacte oorzaak is nog niet volledig opgeklaard.

Een geciteerde studie bewijst “shedding” niet. Ze bewezen enkel dat antilichamen in mondmaskers terecht kunnen komen. Verdere conclusies zijn eerder speculatie.

Het Nederlandse alternatieve nieuwsmedium Blckbx publiceerde een artikel getiteld ‘Hepatitis bij kinderen mogelijk veroorzaakt door vaccin-shedding’. Daarin bespreken ze een uitspraak van Tom Renz, advocaat van ‘America’s Frontline Doctors’.

Recent werden nieuwe gevallen van acute hepatitis – of leverontsteking – vastgesteld bij jonge kinderen. Renz beweert dat deze onverklaarbare gevallen van hepatitis waarschijnlijk veroorzaakt werden door “shedding”. Met shedding bedoelt hij het afstoten van het zogezegd giftige spike-eiwit uit het coronavaccin van gevaccineerde op niet-gevaccineerde mensen – in dit geval van ouders op kinderen.

Document toont geen acute hepatitis bij bijwerkingen

Het artikel vat aan met een document rond bijwerkingen van het Pfizervaccin. Ze schrijven dat hepatitis prominent aanwezig is in de lijst met bijwerkingen. Dat klopt echter niet. In dat document staat er wel een oplijsting van bijwerkingen die potentieel zouden kunnen voorkomen en gemonitord moeten worden, waaronder hepatitis. Dit betekent niet dat al die bijwerkingen zijn opgetreden door vaccinatie. Dat kan ook niet, aangezien er bijvoorbeeld aangeboren syndromen in staan, zoals CDLK5, een zeldzame vorm van epilepsie. Die kunnen niet veroorzaakt worden door vaccinatie. De lijst is deels samengesteld uit andere lijsten die voor andere doeleinden werden gebruikt. Daardoor is deze heel uitgebreid.

In het document staat ook een tabel met gezondheidsproblemen die wél effectief gerapporteerd zijn na toediening van het vaccin. Maar dit betekent enkel dat het probleem werd vastgesteld na de vaccintoediening, niet dat het vaccin de oorzaak is. In die tabel staat er echter geen acute hepatitis beschreven. Er staat wel dat er stijging in de leverwaarden in het bloed kan optreden. De info is hier eerder beperkt. Een stijging van de leverwaarden wordt ook vastgesteld bij COVID-19 zelf: 15% van de mensen met een mild ziekteverloop hebben een verhoging van de leverwaarden in het bloed. Ook na iets banaals als gewichtheffen stijgen de leverwaarden.

“Studie van Pfizer” blijkt document met richtlijnen uit 2015

Verder linkt het artikel naar een case report over hepatitis na coronavaccinatie. Maar dat rapport gaat niet over hepatitis bij kinderen. De patiënten in het rapport waren 38 en 62 jaar oud. De onderzoekers stellen bovendien dat hepatitis als bijwerking van het vaccin heel zeldzaam is en dat het geen reden zou mogen zijn om iemand niet te laten vaccineren. 

Om hun beweringen kracht bij te zetten wordt er in het artikel van Blckbx een studie aangehaald die Pfizer zogezegd liet uitvoeren om het effect te onderzoeken van blootstelling aan COVID-19-vaccins tijdens de zwangerschap. Renz is van mening dat Pfizer geen studie naar shedding zou laten uitvoeren als shedding onmogelijk zou zijn. Maar bij nader onderzoek blijkt dat de studie, waar het artikel naar verwijst, een document uit 2015 te zijn dat enkele richtlijnen voor onderzoek naar gentherapie-achtige behandelingen beschrijft. Ook is er geen studie van Pfizer naar shedding terug te vinden op clinicaltrials.gov, een database die zulke studies registreert.

Volgens experts geen aanwijzingen voor rol van vaccin bij onverklaarde hepatitis

Professor Hans Van Vlierberghe, gespecialiseerd in leverziekten aan het UZ Gent, laat aan factcheck.vlaanderen weten dat we geen link kunnen leggen tussen directe of indirecte blootstelling aan het vaccin en de recente hepatitis gevallen bij kinderen. Volgens hem zijn de case reports over hepatitis hier niet relevant, aangezien de kinderen die getroffen werden door de nieuwe soort leverontsteking vaak te jong zijn om gevaccineerd te worden.

Er is nog niet veel geweten over de nieuwe vorm van hepatitis bij kinderen. Mogelijks heeft het te maken met een nieuw soort adenovirus of een combinatie van COVID-19 met een infectie met een adenovirus. Daarbij zou mogelijks een complexe immunologische reactie optreden. Er is tot op heden geen enkele indicatie dat één van de coronavaccins hierbij een rol speelt.

Oorzaak voor recente hepatitisbesmettingen nog niet duidelijk

Adenovirussen zijn al langer gekend. Meestal geven ze enkel een bovenste luchtweginfectie of maagdarminfectie of merken we zo’n infectie niet eens. Zeldzaam kunnen ze ook ernstigere ziektebeelden veroorzaken. Dan kan het virus de lever infecteren en een virale hepatitis veroorzaken. Het is echter allerminst zeker dat de recente gevallen van hepatitis door rechtstreekse infectie van de lever veroorzaakt zijn.

Het Johnson&Johnson-vaccin en het AstraZenecavaccin zijn gemaakt met adenovirussen, maar ook deze vaccins hebben niets te maken met hepatitis. Die virussen missen namelijk een essentieel stuk genetisch materiaal waardoor ze zichzelf niet kunnen kopiëren in menselijke cellen. Ze kunnen zich dus niet verder verspreiden naar ongevaccineerde mensen en zijn niet verantwoordelijk voor de hepatitisgevallen bij (grotendeels ongevaccineerde) kinderen.

Nog ongepubliceerde studie bewijst “shedding” niet

Het idee van “shedding” doet al langer de ronde. In mei en juli 2021 verschenen reeds twee artikels van factcheck.vlaanderen waarin shedding ter sprake komt.

Volgens Blckbx en nog andere alternatieve nieuwssites zou een recente studie shedding bewijzen. De studie naar waar ze verwijzen zit nog in een beoordelingsfase en bewijst enkel dat antilichamen in mondmaskers terechtkomen. Ze toonden ook een associatie aan tussen de hoeveelheid antilichamen in het speeksel van ongevaccineerde kinderen en de vaccinatiestatus van de ouders. 

Het is moeilijk hier conclusies uit te trekken. Er zijn namelijk enkele problemen met de methodologie. Zo is er niet beschreven hoeveel kinderen ze onderzocht hebben en is het moeilijk te kwantificeren hoeveel antilichamen de kinderen net in hun speeksel hadden. 

Daarnaast kunnen de bevindingen hier ook verstoord worden door externe factoren: we weten dat gevaccineerden nu vaker positief getest worden op COVID-19. Dat komt onder meer omdat ze meer sociale contacten hebben. Als de gevaccineerde ouders vaker besmet worden, is het logisch dat hun kinderen ook een hogere kans lopen om besmet te worden en dus meer antilichamen in hun speeksel krijgen.

Dat de p-waarde, het resultaat van een statistische test, in de studie rond “shedding” laag is, betekent niet noodzakelijk dat hun bevindingen niet op toeval rusten. In onderstaand kader leggen we uit wat die p-waarde inhoudt.

Een P-waarde, wat is dat nu eigenlijk?

Een veelvoorkomend en vaak verkeerd begrepen begrip in wetenschappelijke literatuur is de p-waarde. Een p-waarde is het resultaat van een statistische test wanneer je als onderzoeker twee groepen (bijvoorbeeld een groep patiënten die een medicijn kreeg versus een groep die een placebo kreeg) vergelijkt voor een bepaalde parameter (bijvoorbeeld overlijden). 

Een p-waarde van <0,05 betekent dan dat er minder dan 5% kans is dat het vastgestelde verschil tussen de twee groepen volledig aan willekeur toe te schrijven valt. Dit in de veronderstelling dat de interventie (het toegediende medicijn) niet zou werken. Het betekent daarom niet dat er minder dan 5% kans is dat de interventie geen effect had.

Daarenboven houdt de p-waarde geen rekening met verschillen tussen de studiegroepen, die niet steeds vergelijkbaar zijn. Ook kunnen fouten in de studie-opzet, vooringenomenheid van patiënten of onderzoekers en andere stoorzenders de p-waarde verlagen.

 

Conclusie

Er zijn geen aanwijzingen dat stoffen uit vaccins “shedden”. Mogelijks worden antilichamen overgedragen van de ene naar de andere persoon, maar ook dit is nog niet afdoende bewezen. Er zijn ook helemaal geen aanwijzingen dat de coronavaccins iets te maken hebben met de recente gevallen van onverklaarbare leverontsteking bij kinderen.

Geraadpleegde Bronnen

Andreas Huysman

Andreas is in 2023 afgestudeerd als arts aan de UGent, met vooral interesse in immunologie en infectieziekten. In het academiejaar 2023-2024 studeert hij een master immunologie aan de universiteit van Oxford. Sinds mei 2021 schrijft hij voor Factcheck.Vlaanderen, vooral over medische onderwerpen.

Nele Baeyens

Nele studeerde eerst Toegepaste Taalkunde aan de VUB en volgde daarna de master Journalistiek aan dezelfde universiteit. Zij liep al twee keer stage op de nieuwsdienst van VRT, eerst bij Algemeen en Cultuur en daarna bij de nieuwsombudsman. Zij schrijft sinds december 2021 voor Factcheck.Vlaanderen.

 
Lees ook...
mei 2021

Coronavaccins kunnen geen problemen veroorzaken bij niet-gevaccineerde personen

nov 2021

Geen bewijs dat coronavaccins kanker veroorzaken of verergeren

aug 2021

De coronavaccins veroorzaken geen HIV en het coronavirus is waarschijnlijk natuurlijk ontstaan

jun 2021

Rode Kruis aanvaardt wel degelijk bloed en plasma van gevaccineerden