Geen tijd om te lezen?
Dit zijn onze conclusies!

Er bestaat een zwarte lijst met persoonsgegevens van veronderstelde “vijanden van Oekraïne” waar onder andere de Hongaarse premier Viktor Orbán op staat.

De Oekraïense website Myrotvorets beheert de lijst. Het is niet altijd duidelijk waarom personen op de lijst staan. Vaak gaat het om vermoedens en verwijst men naar nieuwssites als bron. Ook journalisten staan op de lijst.

Sommige mensen op de lijst ontvangen bedreigingen. Mensenrechtenplatforms en het Europees Parlement uitten kritiek, maar de Oekraïense overheid nam nog geen maatregelen tegenover de website.


Volgens verschillende Nederlandse websites is de Hongaarse premier Viktor Orbán op een Oekraïense “vijandenlijst” gezet. Het bericht komt oorspronkelijk van het door de Russische overheid gefinancierde RT. Ook Hongaarse nieuwssites berichtten hierover. Andere websites spreken dan weer van een “executielijst”.

Oekraïense website publiceert privé-gegevens van veronderstelde “vijanden”

De lijst naar waar wordt verwezen komt van de website ‘Myrotvorets’. Myrotvorets, ‘vredestichter’ in het Nederlands, is een NGO die naar eigen zeggen misdrijven onderzoekt tegen de nationale veiligheid van Oekraïne. De organisatie publiceert sinds 2014 gegevens van mensen die volgens hen ‘een bedreiging vormen voor Oekraïne of misdaden plegen ‘tegen de nationale veiligheid van Oekraïne, de vrede, de menselijke veiligheid en het internationaal recht’. Onder andere militairen, ambtenaren, sociale mediagebruikers en journalisten staan op de website.

Hongaarse premier Orbán staat op de lijst

Viktor Orbán, de eerste minister van Hongarije, is inderdaad een van de namen op de lijst. Hij werd op 6 april 2022 toegevoegd, kort na de Hongaarse parlementsverkiezingen van 4 april. De website omschrijft hem als “een handlanger van Russische oorlogsmisdadigers” omwille van bijvoorbeeld zijn goede relatie met Vladimir Poetin en omdat hij weigert wapens die bestemd zijn voor Oekraïne te laten transporteren over Hongaars grondgebied. 

Niet altijd duidelijk waarom veronderstelde vijanden "een bedreiging voor Oekraïne vormen"

Nergens vermeldt de website dat de personen op de lijst toestemming gaven om hun gegevens te publiceren. Het gaat meestal om foto’s, namen, telefoonnummers, paspoortnummers, sociale media-accounts en e-mailadressen. Soms worden ook kopieën van paspoorten en volledige adressen online gezet. De foto’s worden van sociale media gehaald, en ook mensen die toevallig mee op de foto staan komen op de website terecht.

Er staat meestal ook bij waarom die mensen een bedreiging zouden vormen voor Oekraïne, maar het bewijs hiervoor is niet altijd duidelijk. Gewone mensen die op sociale media pro-Russische standpunten delen, kunnen ook op de website terechtkomen. Sommige mensen worden ervan beschuldigd samen te werken met de Russische geheime dienst FSB, zonder concreet bewijs. Zo staat er bijvoorbeeld op de pagina van een filosofe te lezen dat zij vermoedelijk samenwerkt met Russische geheime diensten, zonder verdere uitleg of bron.

Database van Oekraïense inlichtingendienst met vermeende Russische militairen in Boetsja

De bronnen naar waar de website verwijst zijn vaak artikels van nieuwssites. Ook bij Viktor Orbán is dit het geval. Een andere terugkerende bron is een lijst afkomstig van de website van de Oekraïense inlichtingendienst. Zij publiceerden deze lijst met Russische militairen die vermoedelijk betrokken waren in de gebeurtenissen van het ‘bloedbad van Boetsja’. Het Oekraïense ministerie van Defensie identificeerde de 64e Motor Rifle Brigade van Rusland als de eenheid die Boetsja had bezet, en publiceerde de namen, rangen en paspoortgegevens van alle soldaten. Myrotvorets heeft deze lijst overgenomen. Het is niet duidelijk hoe de inlichtingendienst aan deze gegevens komt, en of elke persoon die deel uitmaakt van de brigade ook echt in Boetsja is geweest.

Ook journalisten staan op de lijst

Onder andere journalisten die accreditatie hebben aangevraagd om te kunnen werken in de zelfverklaarde volksrepubliek Donetsk staan op de lijst. Zo werden in 2016 de gegevens van meer dan 4000 journalisten gepubliceerd nadat hackers een website van de zelfverklaarde volksrepubliek Donetsk hadden gehackt. Ook de gegevens van  journalisten van BBC, Al Jazeera, Le Monde, The New York Times, Reuters en Forbes zijn toen online gezet.

Op de lijst staan, kan mensen in gevaar brengen

Verschillende journalisten op die lijst hebben daardoor bedreigingen ontvangen. De website bestempelt hen als medeplichtig aan terrorisme, omdat ze zouden hebben samengewerkt met de door Rusland gesteunde separatisten in de zelfuitgeroepen volksrepublieken van Donetsk en Loehansk. 

De Oekraïense schrijver Oles Buzina werd vermoord enkele dagen nadat zijn naam op de lijst verscheen. Ook staatsleiders staan op de website, met naast de Hongaarse premier Viktor Orbán bijvoorbeeld ook de Kroatische president Zoran Milanović.

Oekraïense overheid treedt niet op tegen de website

Volgens het Oekraïense mensenrechtenplatform “Uspishna Varta” erkennen sommige Oekraïense rechtbanken informatie die Myrotvorets verzamelt als bewijsstukken. In 2016 plaatste toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Arsen Avakov een bericht op Facebook waarin hij de website steunt. Het Europees Parlement heeft Oekraïne in 2021 opgeroepen om de website te verbieden, maar president Zelenski gaf aan dat dit buiten zijn bevoegdheid valt. Hoewel het standpunt van de huidige regering niet duidelijk is, worden er niet veel stappen ondernomen om de website offline te halen. 

Conclusie

Myrotvorets publiceert privé-gegevens van mensen zonder toestemming. Die gegevens zijn bovendien soms op een illegale manier, zoals hacking, verkregen. Het gaat soms ook over mensen die kennelijk geen strafbare feiten hebben gepleegd, zoals journalisten die in bepaalde regio’s verslag hebben uitgebracht. De publicatie van die gegevens leidt soms tot gevaarlijke situaties en bedreigingen. Hoewel de Europese Unie en verschillende mensenrechtenorganisaties Oekraïne hebben verzocht om in te grijpen, heeft de Oekraïense overheid de website nog niet offline gehaald.

 
Geraadpleegde Bronnen