Gaan nachtbrakers eerder dood?

Waar komt dit nieuws vandaan?

Britse onderzoekers gebruikten gegevens van een langlopende opvolgstudie waarin meer dan 500.000 mensen tussen 38 en 73 jaar worden gevolgd. Van deze personen verzamelde men allerlei gegevens via vragenlijsten en medische tests. In de vragenlijsten werd één keer gepeild naar de voorkeur voor ochtend of avond. Deze nieuwe deelstudie focuste op deze specifieke vraag en deelde de deelnemers in ochtend- en avondtypes (1).

Van 433.268 deelnemers werd nagegaan hoeveel er 6,5 jaar later nog in leven waren en in hoeverre dit ochtend- of avondmensen betrof (1). Van de meer dan 400.000 mensen overleden er 10.534 (2,4%) gedurende de opvolgperiode: echte avondtypes hadden 10% meer kans om overleden te zijn dan echte ochtendtypes. Dit gold zowel voor mannen als vrouwen. De onderzoekers stelden ook vast dat echte avondtypes eerder mensen waren met allerlei gezondheidsproblemen, zoals diabetes en maagdarmziekten, of met psychische problemen. 

Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?

Tien procent meer kans op vroegtijdig overlijden als je een avondtype bent, zoals deze studie suggereert, stelt in werkelijkheid amper iets voor. Slechts 2,4% van alle deelnemers stierf tijdens de opvolgperiode: 2,4 personen per 100 dus. Een risicostijging van 10% betekent in dit geval dat het risico op overlijden voor een avondtype 2,64% bedraagt (2,4 + 0,24) en voor een ochtendtype 2,4%. Dat avondtypes vaker ziek zijn, heeft vermoedelijk met andere factoren te maken dan met het ‘laat opblijven’, al is niet uitgesloten dat echte avondmensen er iets ongezondere eetgewoonten op nahouden.

Conclusie

Deze studie suggereert dat fervente avondtypes meer kans hebben op vroegtijdig overlijden, maar het gaat om een stijging van 2,40% naar 2,64%, wat in werkelijkheid amper iets voorstelt. Daar hoef je dus niet van wakker te liggen.