Leef je gezonder met fitnessapps en wearables?
Slaapapps maken opgang. Ze worden aanbevolen door onder meer DigitaleZorgGids , een website van Patiëntenfederatie Nederland. Afgelopen zomer publiceerde het een artikel met als titel “ Slaapproblemen? Probeer een slaapapp! ”. Het stuk vermeldt een studie waaruit blijkt dat patiënten slaapmedicatie kunnen verminderen door apps te gebruiken.
En eind vorig jaar viel op Bedrock , een Nederlands online magazine gericht op levensstijl, te lezen hoe de app Sleepio je in zes weken tijd beter kan doen slapen.
De meeste apps die we vonden, claimen dat ze inzicht bieden in hoe je slaapt door ’s nachts je bewegingen te tracken. Dat doen ze door de geluiden in je slaapkamer te meten met de microfoon in je smartphone. Als je een smartwatch draagt tijdens het slapen zou die de resultaten alleen maar verfijnen, aangezien beweging dan niet enkel gedetecteerd wordt door geluid.
Beweging duidt dan op onrustige slaap of een wakker moment, terwijl stilliggen gelijkstaat aan diepe slaap.
‘Niet alle apps zijn gericht op beweging’, vult slaapexpert Johan Verbraecken (UZ Antwerpen) aan. ‘Er bestaan ook zogeheten snurkapps, en nog andere apps zouden metingen doen aan slaapapneu ( het tijdelijk stokken van adem tijdens de slaap, nvdr. ).’
‘Er schuilt weinig wetenschappelijk onderzoek achter zo’n app’
Prof. Dr. Johan Verbraecken (UZA)
Verbraecken (UZ Antwerpen) vergeleek de apps die bewegingen tracken met een analyse in zijn slaapcenter. ‘Ik denk niet dat een app die met bewegingsdetectie werkt een even correct beeld kan geven als een onderzoek waarbij hersenactiviteit met trackers wordt gemeten. De apps zijn populair. Ze zien er goed uit en geven je een gevoel van controle over je slaap. Het is ook gewoon leuk om die data binnen te krijgen. Maar alles welbeschouwd gaat er weinig wetenschappelijk onderzoek achter schuil.’
En wat met de andere apps? Snurken wordt doorgaans beter geëvalueerd dan andere slaapproblemen, zegt Verbraecken. Maar zelfs bij die apps moeten gebruikers de resultaten relativeren, waarschuwt hij. ‘Hier is het zeer belangrijk hoe snurken wordt gedefinieerd en wat de decibelgrens is die door de app gehandhaafd wordt. Bovendien kunnen ook andere dingen in je slaapkamer geluid maken.’
De apps herkennen wel geluid, maar niet waar het vandaan komt. Een nachtelijk toiletbezoek van je partner of regen tegen de ruiten kunnen de resultaten corrumperen.
Metingen rond slaapapneu zijn volgens Verbraecken al helemaal niet te vertrouwen: ‘Dat is gewoon totale chaos. De helft van de apps neemt het stokken van de adem niet waar. Sommige apps doen dat wel, maar niet vanaf het beginpunt.’
Verbraecken gelooft verder evenmin dat de apps al in staat zijn om de verschillende slaapfases – lichte of diepe slaap en droom- of REM-slaap) – correct te onderscheiden. Soms geeft zo’n app weer dat je ‘wakker’ bent, terwijl je eigenlijk in een fase van lichte slaap verkeert.
Een studie in het vakblad
Sleep Medicine Reviews
bevestigt Verbraeckens bevindingen. De auteurs, onder meer verbonden aan het Rush University Medical Center in Chicago, beamen dat slaapapps minder precieze resultaten weergeven dan onderzoek in een slaapkliniek. Ze stellen wel dat de apps de laatste jaren vooruitgang hebben geboekt. Tegelijk betwijfelen ze of de apps in kwestie wel precies genoeg zijn om verandering in het slaappatroon te meten en of ze een slaapafwijking correct kunnen aanduiden.
Voor toekomstig onderzoek raden de wetenschappers aan dat software-ingenieurs samenwerken met slaapexperts.
De slaapapps die vandaag verkrijgbaar zijn, blijken nog niet in staat om je slaappatroon correct weer te geven. Ze kunnen immers geen onderscheid maken tussen de verschillende slaapfases, en ook de hersenactiviteit kunnen ze niet vaststellen.