Volgens onderzoek gebruikt 1 op 3 Vlaamse gedetineerden drugs in de gevangenis
Minister Zuhal Demir stelt in een Facebookpost aan de kaak dat gedetineerden in België vaak onvoorbereid zijn bij hun vrijlating, waardoor ze opnieuw in de criminaliteit belandden. “Zeventig procent van wie nu in de gevangenis zit, keert daar naar terug.” Het cijfer verwijst naar de recidivegraad in België, maar klopt het?
Het kabinet van minister Demir laat aan Factcheck.Vlaanderen weten dat ze zich baseerde op onderzoek van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) uit 2015. Dit onderzoek analyseerde gegevens uit het Nationaal Strafregister van 1995 tot 2013 en keek naar de strafregisterinformatie van alle personen die in 1995 minstens één rechterlijke beslissing kregen.
Uit dit onderzoek bleek dat 57,6% van de recidivisten op een later moment opnieuw een veroordeling kreeg. En dat 70,3% van de mensen die in 1995 een gevangenisstraf kregen, later opnieuw een rechterlijke beslissing ontvingen.
Volgens Luc Robert, criminoloog bij NICC, is het onduidelijk of deze personen effectief opnieuw in de gevangenis terechtkwamen. Korte gevangenisstraffen werden bijvoorbeeld tot enkele jaren geleden vaak niet of nauwelijks uitgevoerd. Mensen konden een straf van drie jaar krijgen en toch geen enkele dag in detentie doorbrengen, bijvoorbeeld omdat ze een enkelband kregen en thuis verbleven. Ook wil de nieuwe rechterlijke beslissing nog niet zeggen dat zij opnieuw in de gevangenis beland zijn.
Hoeveel van die 70% effectief opnieuw naar de gevangenis moest, weten we dus niet. Het Centraal Strafregister bevat wel gegevens over alle veroordelingen en rechterlijke beslissingen, maar niet over de effectieve uitvoering van de straf. Hierdoor is niet altijd na te gaan of een opgelegde straf ook daadwerkelijk werd uitgezeten.
Er bestaat bovendien geen consensus over de exacte definitie van recidive. Volgens Robert betekent recidive in algemene zin dat iemand opnieuw in de fout gaat, maar de manier waarop dit wordt gemeten, verschilt per studie. In sommige studies wordt recidive gedefinieerd als een nieuwe rechterlijke beslissing of als een nieuwe vervolging door het parket, maar andere definities zijn ook mogelijk. Dit maakt vergelijking tussen verschillende onderzoeken moeilijk.
Sinds 2022 werkt een Cel Recidive en Criminele Carrières in het NICC aan een recidivemonitor die een gedetailleerd beeld moet geven van recidive in België. “We willen kunnen nagaan hoeveel mensen na 1, 2, 3 of zelfs 20 jaar opnieuw in aanraking komen met justitie. Is er een nieuwe veroordeling geweest in het Centraal Strafregister? En binnen welke periode is dat gebeurd? Hoeveel nieuwe veroordelingen zijn er eventueel gevolgd?” legt Robert uit. Dit project moet een vollediger en actueler overzicht geven. “Daarnaast zijn meerdere grote studies naar recidive opgestart. Daarbij worden verschillende databanken aan elkaar gekoppeld om een nauwkeurig beeld te krijgen van criminele trajecten, maar dit is niet zo eenvoudig”, aldus Robert.
België beschikte lange tijd niet over nationale recidivecijfers, in tegenstelling tot veel andere Europese landen. Internationaal onderzoek toont aan dat recidivecijfers sterk variëren. In 23 onderzochte landen lag de tweejarige herveroordelingsgraad tussen 20% en 63%, terwijl het percentage ex-gedetineerden dat opnieuw werd gearresteerd tussen 26% en 60% lag. Het percentage dat effectief terug naar de gevangenis keerde, varieerde van 14% tot 45%. De onderzoekers benadrukken wel dat internationale vergelijkingen moeilijk zijn door verschillende meetmethodes en juridische systemen.
Uit onderzoek blijkt dat 70% van de mensen die in 1995 een gevangenisstraf kregen, later opnieuw een rechterlijke beslissing ontvingen, maar dit betekent nog niet dat ze opnieuw in de gevangenis belandden. Bovendien is het gebruikte cijfer gebaseerd op oude data en varieert recidive sterk afhankelijk van de meetmethode. Nieuwe studies naar recidive zijn lopende, maar geven nog geen recentere cijfers.