177 burgerdoden geregistreerd in Russische rebellenstaten afgelopen 5 jaar, geen “duizenden”
Op 31 mei werd premier Alexander De Croo (Open Vld) geïnterviewd door lezers van Het Laatste Nieuws (hier gearchiveerd). Daarin kreeg hij een vraag over de steun van België aan Oekraïne: “Dat wij Oekraïne steunen? De logica zelve. Wij sturen nu onze F-16’s. Het was niet evident iedere regeringspartij te overtuigen. Maar waarom? 97% van de Russische raketten komt neer op burgerdoelen. We gaan de Oekraïners wel niet laten massacreren, hé!”
Klopt het dat 97% van de Russische raketaanvallen burgerdoelen treft?
Volgens Sam De Paepe, de woordvoerder van Open Vld, is het percentage afkomstig van Oekraïense cijfers. Het kabinet De Croo werd hiervoor gebrieft door Rustem Umerov, de Oekraïense minister van defensie.
Het percentage viel eerder al tijdens een bijenkomst van de veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 11 april. Daarin zei een Oekraïense afgevaardigde dat “maar 3 procent van de Russische raketten, drones en geleide bommen militaire doelwitten raakt, terwijl 97 procent burgerlijke infrastructuur treft.”
“De bron is natuurlijk partijdig en er zijn geen andere exacte cijfers voorhanden. De uitspraak valt dus niet te verifiëren”, zegt Joris Van Bladel, expert van de Russische militaire en strategische cultuur bij het Egmont Instituut.
Ook Joakim Paasiviki, onderzoeker aan de Sweden Defence University, laat Factcheck.Vlaanderen weten dat wegens “een gebrek aan onafhankelijke en gedetailleerde data” dit percentage niet na te trekken valt.
“Waarschijnlijk beschikt Oekraïne wel over exacte gegevens van de getroffen doelwitten. Maar die zullen ze nooit meedelen", aldus Van Bladel. "Want dan weten de Russen waar ze raak hebben getroffen en waar ze hun raketten nog wat beter moeten bijstellen." Die voetnoot maakt ook het Institute for the Study of War, een Amerikaanse organisatie die militaire conflicten analyseert.
Al beaamt Van Bladel wel dat Rusland doelbewust burgerdoelen viseert: “Het past binnen hun strategie om de Oekraïense weerstand te verminderen en burgers weg te jagen uit de grote steden zoals Charkiv.” Volgens Van Bladel adopteerde Rusland deze strategie eind 2022: “Dat gebeurde onder leiding van generaal Sergej Soerovikin. Hij is berucht om zijn terreuraanvallen in Syrië en Tsjetsjenië. Zijn bijnaam luidt niet toevallig generaal Armageddon.”
“Maar het verschil tussen burger- en militaire doelwitten is niet altijd even scherp. Die grijze zone heet ‘dual use’”, zegt Tom Simoens, historicus aan de Koninklijke Militaire School. ‘Dual use’-doelwitten hebben zowel een burgerlijke als militaire invulling. Zo is een brug over een rivier niet alleen handig voor burgers, maar ook voor tanks.
De ngo ACLED (Armed Conflict Location & Event Data) verzamelt data over het conflict in Oekraïne en tracht ook burgerdoelwitten in kaart te brengen. Maar het gaat dan enkel om geweld waarbij uitsluitend burgerslachtoffers vielen. De grijze zone van ‘dual use’ maakt het moeilijk om doelwitten te identificeren.
Volgens Simoens telt vooral de proportionaliteit: “Eén militair staat niet in verhouding met 20 burgerdoden. En ook bij de bombardementen op energievoorzieningen worden de burgers relatief hard getroffen. De verhouding zit volkomen scheef.”
Een andere belangrijke factor blijkt de gebrekkige precisie van de geleide bommen en ballistische raketten die Rusland afvuurt. Daardoor raken ze ook onbedoeld civiele infrastructuur. “Poetin maakt almaar meer gebruik van Noord-Koreaanse missielen (raketten). Die slaan vaak de bal mis, al houden de Russen daar absoluut geen rekening mee", vertelt Simoens.
Tijdens de nacht van 31 mei op 1 juni nog vond een grootschalige Russische raketaanval op energiefaciliteiten in Oekraïne plaats. Oorlogsjournalist Arnaud De Decker is vaak werkzaam aan het Oekraïense front. Hij getuigt: “Van wat ik zelf zie, vindt de overgrote meerderheid van de aanvallen plaats op civiele infrastructuur, zoals huizen en energievoorzieningen. Maar dat percentage van 97% valt inderdaad niet te verifiëren.”
Toch blijft Simoens van mening dat 97% een wel erg hoog cijfer is: “Gezien de Russische strategie kan het zijn dat het percentage wel rond de 60 à 70 procent schommelt. Maar laten we niet vergeten dat Rusland ook baat heeft bij het treffen van strikt militaire doelen. Anders zullen ze het Oekraïense leger niet snel kunnen verslaan.”
“Het meedelen van zo’n torenhoog percentage aan getroffen burgerdoelwitten lijkt mij vooral te passen binnen de strategische communicatie van de NAVO”, besluit Van Bladel. Die strategie zou er volgens hem in bestaan om draagvlak te creëren voor het gebruik van Westerse wapens door de Oekraïeners op Russisch grondgebied.
Op 31 mei gaf de Amerikaanse president Joe Biden alvast groen licht aan Oekraïne om met Amerikaanse wapens doelwitten op Russische bodem te treffen. Al mag dit enkel gebeuren om Charkiv te beschermen, in de hoop dat de burgerbevolking niet langer onder de Russische bombardementen hoeft te lijden.
Volgens experten is het onwaarschijnlijk dat 97% van de Russische raketten neerkomt op burgerdoelwitten. Het percentage is afkomstig van Oekraïense bronnen. Door een gebrek aan onafhankelijke data kan er geen uitsluitsel gegeven worden over het percentage. Het onderscheid maken tussen militaire en burgerlijke doelwitten is niet altijd eenvoudig. Al bestaat er volgens experten geen twijfel dat Rusland als strategie doelbewust burgers en civiele infrastructuur viseert.
Deze factcheck kwam tot stand in het kader van de factcheckmarathon van de Lage Landen. Partners zijn: factcheck.vlaanderen, VRT NWS, Knack, RTBF, KRO-NCRV Pointer, Het Algemeen Dagblad en deCheckers.