Energie kost per jaar gemiddeld 205 euro meer in Brussel dan in Vlaanderen
In haar column van 21 oktober voor het weekblad Humo pleit auteur Heleen Debruyne voor een financiële opwaardering voor het werk van vroedvrouwen: "Ze verdienen minder dan 30.000 euro bruto per jaar, en dat voor een intensieve job met onregelmatige uren."
Vervolgens steekt Debruyne dat karige jaarloon af tegen dat van een gynaecoloog: "Het gemiddelde bruto honorarium van een gynaecoloog, om maar iets te noemen, bedraagt 229.698 euro." Maar kloppen die cijfers en is de kloof daadwerkelijk zo groot?
Wat betreft het bruto jaarloon van de vroedvrouwen verwijst Debruyne, zowel in haar column als in haar telefonisch antwoord aan Factcheck.Vlaanderen, naar een bevraging van de Vlaamse Beroepsorganisatie van Vroedvrouwen (VBOV).
“Uit onze bevraging bij 263 respondenten bleek dat 47,7% van de Vlaamse vroedvrouwen, die geconventioneerd zijn en zelfstandig zijn in hoofdberoep, minder verdienen dan 30.000 euro bruto per jaar”, schrijft Mathias De Munck, algemeen coördinator bij VBOV.
Geconventioneerd wil zeggen dat de vroedvrouwen zich houden aan de tarieven van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV). Die worden jaarlijks bepaald in een sociaal overleg met beroepsgroepen, de mutaliteiten en de overheid. Per zorghandeling krijgt de vroedvrouw een welbepaald bedrag. Die tarieven voor 2024 vind je hier terug.
Nu handelt de bevraging van VBOV over "de helft van de respondenten die minder dan 30.000 euro verdient". Dit mag je niet gelijkstellen aan het gemiddelde. Want wanneer de andere helft (veel) meer verdient dan 30.000 euro, dan trekt dit het gemiddelde omhoog. Als de helft minder verdient en de andere helft meer, spreken we over de mediaan.
Ook is er niets dat je belet om met het statuut van ‘zelfstandige in hoofdberoep’ deeltijds aan de slag te gaan. Het bezit van dit statuut zegt dus niets over een voltijdse werkzaamheid.
Voor het bruto jaarloon van de gynaecologen hanteert Debruyne het cijfer van 229.698 euro. Dit bedrag dateert al van even geleden. Zo vinden we het terug in een artikel op de website Jobat uit 2020, in een artikel van De Morgen uit 2016 en in een artikel op VRT NWS uit 2016 over dezelfde problematiek.
Enkel VRT NWS is volledig transparant over haar bronnen: "Het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg heeft in 2012 de (moeilijke) oefening gemaakt om de gemiddelde jaarinkomens van artsen in België te berekenen op basis van de gegevens van 13 ziekenhuizen die wilden meewerken en gegevens verstrekten over ruim 1.500 artsen."
Aan Factcheck.Vlaanderen laat Emily Van Coolput, medewerkster bij Het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, weten dat zij enkel binnen een bepaald project enquêtes uitvoeren en niet systematisch gegevens bijhouden: “Bij mijn weten bestaat er geen officiële, betrouwbare bron over de inkomsten van artsen.”
Per mail bezorgde An-Sofie Soens, communicatiespecialist bij het RIZIV, de cijfers van vorig jaar voor terugbetalingen door het RIZIV per beroepsgroep. Voor de gynaecologen bestrijkt de het gemiddelde 165.715 euro. Met 14.596 euro ligt dat bij de vroedvrouwen een flink pak lager. De vroedvrouw-verpleegkundige zweven tussen de twee, met een gemiddelde van 54.824 euro.
“Maar voorgaande cijfers gaan enkel over de bedragen, die terugbetaald worden door het RIZIV. Dit geeft geen volledig zicht op wat deze beroepsgroepen gemiddeld verdienen”, laat Soens weten. We kunnen die bedragen dus niet gelijk trekken aan gemiddelde jaarlonen. Met de cijfers uit 2012 moeten we het dus voorlopig stellen.
“Het is appels met peren vergelijken”, schrijft Isabelle Dehaene, gynaecologe aan het UZ Gent en medewerkster bij Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (VVOG). Met dat spreekwoord doelt Dehaene op het kluwen van statuten (dienstverband of zelfstandig) en takenpakketten, dat een vergelijking zou bemoeilijken: “Er bestaat niet zoiets als een gynaecoloog en een vroedvrouw. Binnen beide doelgroepen zijn er grote inkomensverschillen.”
Volgens Dehaene kan de stelling kloppen als je een zelfstandige gynaecoloog die 80 uur per week werkt afzet tegen een 100% zelfstandige eerstelijnsvroedvrouw die 40 uur per week enkel geconventioneerde prestaties verricht. Maar dan komen we volgens haar terug bij de spreekwoordelijke appelen en peren.
In haar antwoord aan Factcheck.Vlaanderen anticipeerde Debruyne hier al op: "Natuurlijk, zijn dat maar gemiddelde cijfers en zijn de netto lonen lastig te berekenen. De artsenverenigingen gaan er daarom op in hakken. Het gaat mij om een ethisch punt. Hoe kan het werk van de één zo bizar veel meer waard zijn dan het werk van de ander?”
“Bij gynaecologen lijkt dat bedrag van 229.698 euro wel te kloppen qua grootorde. Al heb je natuurlijk altijd schommelingen”, zegt Dominique Vandijck tenslotte, gezondheidseconoom aan de UGent.
“Die 30.000 euro lijkt mij dan weer erg weinig te zijn voor een voltijdse zelfstandige vroedvrouw. Het zou beter passen bij een vroedkundige die naast een bediende statuut, ook nog werkt als zelfstandige in bijberoep.”
Al nuanceert Vandijck meteen door te stellen dat het honorarium van het RIZIV voor een vroedkundige consultatie rond de 40 euro schommelt. Dat komt neer op een gemiddelde dagomzet van ongeveer 320 euro: “Als zelfstandige is dat bruto genomen zeker allesbehalve overdreven. En ik wil niet nodeloos muggenziften tot op de euro. Hun werk verdient een betere vergoeding.”
Toch zullen de huidige tarieven van het RIZIV vooralsnog van kracht blijven. Dit komt, omdat de huidige ontslagnemende federale regering geen overeenstemming kon bereiken over de hernieuwde zorgtarieven.
Als reactie besloot tachtig procent van de vroedvrouwen, aangesloten bij het VBOV, om zich te deconventioneren, als er geen nieuwe tarieven worden vastgelegd. Met andere woorden: Ze kunnen meer aanrekenen bovenop het huidige honorarium. Het surplus is op rekening van de patiënt.
Vandijck betreurt dat het zover moet komen: "Het werk van vroedvrouwen is financieel ondergewaardeerd. Dat valt enorm te betreuren. Want hun rol is cruciaal voor een efficiënte taakverdeling binnen ons overbelast zorgsysteem. Vroedvrouwen kunnen evengoed voor kwalitatieve postnatale zorg instaan. Zo krijgen gynaecologen meer ruimte voor hun corebusiness en krijg je minder druk op de ziekenhuizen."
Door verschillende statuten en takenpakketten vallen de gemiddelde lonen van gynaecologen en vroedvrouwen lastig te berekenen. Beide cijfers bieden een richtsnoer om de loonkloof in kaart te brengen, al blijkt een jaarloon van 30.000 euro een onderschatting voor een voltijds werkende vroedvrouw.