België in middenmoot bij statistieken over depressie
De Amerikaanse onderzoekers baseren zich op uitgebreide enquêtes bij 11.065 vijftigplussers die bevraagd werden over hun contacten met vrienden en familie, de wijze (direct contact, via mail, telefonisch) en frequentie. Na twee jaar vulden diezelfde mensen depressieschalen in en werd nagekeken wie een depressie ontwikkeld had (1). Diegenen die minstens 3 keer per week face-to-face contacten met vrienden en familie hadden, liepen 6,5% risico om een depressie te ontwikkelen binnen de 2 jaar. Wie vrienden en familie slechts een paar keer per maand zag, liep 11,5% risico, ongeveer dubbel zoveel, op een depressie binnen diezelfde tijdsspanne. Telefooncontacten en uitwisselen van e-mails had geen invloed op het depressierisico. Contacten met vrienden bleken vooral belangrijk bij mensen tussen 50 en 70 jaar, terwijl contacten met de familie belangrijker waren bij 70-plussers. Een voorwaarde was wel dat de contacten harmonieus verliepen. Conflictueuze contacten met pakweg familie hadden een omgekeerd effect. De onderzoekers besloten dat in een tijd van online communicatie face-to-face contacten moeten aangemoedigd worden, omdat ze op oudere leeftijd mogelijk beschermen tegen depressie.
De onderzoekers tonen niet aan dat weinig contacten met vrienden en familie een oorzaak kan zijn van depressie. Depressies hebben andere oorzaken, zoals persoonlijkheidskenmerken, familiale aanleg of dramatische levensgebeurtenissen. Dat vrienden en familie, op voorwaarde dat de contacten in een aangename sfeer verlopen, zouden kunnen beschermen tegen depressie, lijkt voor de hand te liggen. Ietwat verrassender is dat telefoongesprekken en e-mailen de echte contacten niet lijken te kunnen vervangen, toch niet wat de kans op depressie betreft.
Regelmatig contact met vrienden en familie doet mensen goed, op voorwaarde dat er geen ruzie gemaakt wordt. Of ze echt de kans op depressie halveren, valt uit deze studie niet af te leiden.