55% van de Belgische jongeren kampt met meerdere psychische klachten
Britse en Amerikaanse onderzoekers ondervroegen enkele jaren geleden op uiteenlopende tijdstippen alles bij elkaar zo'n 5.500 kinderen naar hun ervaringen met pesten (1,2). Zowel aan ouders als aan kinderen werd op verschillende momenten in hun leven gevraagd of hun kinderen dan wel zijzelf gepest werden tussen hun 8 à 13 jaar.
De ondervraagde kinderen van toen, die intussen tussen 18 en 25 jaar oud zijn, werd nu gevraagd hoe het intussen met hun mentale gezondheid gesteld was. De onderzoekers concludeerden dat de vroeger gepeste kinderen een tot vijf keer grotere kans hebben op psychische problemen. Ze keken naar mentale problemen zoals angst, depressie en zelfmoordgedachten.
Dit nieuws is gebaseerd op twee observationele studies. Een Britse, met ruim 4.000 kinderen, en een Amerikaanse, met ongeveer 1500 kinderen. Beide onderzoeken waren gelijk in opzet, zo werd bijvoorbeeld het pestgedrag op meerdere tijdstippen nagegaan.
Indien het kind of de ouder vond dat het kind werd gepest, werd het geteld als ‘pestgedrag’. De overeenkomst tussen wat het kind en de ouder ‘pesten’ vond was laag. Volgens de onderzoekers was dit in andere studies ook zo, maar dit geeft aan dat pestgedrag niet altijd goed te duiden is.
Kinderen die te maken hadden met pestgedrag werden in een van de drie groepen ingedeeld: alleen slachtoffer, alleen dader of zowel dader als slachtoffer. Deze drie groepen werden vergeleken met kinderen zonder pestgedrag.
Uit het Britse onderzoek bleek dat deelnemers die op 10 of 13-jarige leeftijd te maken hadden met pestgedrag gemiddeld vaker mentale problemen hadden dan deelnemers zonder pestgedrag. Een voorbeeld: kinderen die alleen slachtoffer waren, hadden 1,7 meer kans op mentale problemen. Bij kinderen die zowel slachtoffer als dader waren was de kans 2 maal zo hoog.
Dat de kans 5 maal verhoogt, was een resultaat van het Amerikaanse onderzoek. Slachtoffers van pesten hadden bijna 5 maal zoveel kans op pleinvrees dan kinderen zonder pestgedrag. Ook de kans op depressie was 2,3 maal hoger onder pestslachtoffers. De studies onderzochten meerdere factoren en gaven veel verschillende resultaten. Het is niet correct om slechts 1 resultaat eruit te lichten als conclusie van de hele studie.
Beide studies zijn goed opgezet, zo zijn bijvoorbeeld de resultaten gecorrigeerd voor verstorende factoren. Maar omdat het om observationele studies gaat, kunnen ze niet aantonen dat het pestgedrag oorzaak is van de mentale problemen.
Kinderen die gepest worden en/of zelf pesten hebben als jongvolwassene gemiddeld vaker een depressie of angststoornissen. Deze studies tonen wel niet aan dat pesten daarvan de oorzaak is.