Wat doen Covid19 en de coronavaccins met het hart?
Het gaat om dierenonderzoek waarbij plasma (bloed zonder de bloedcellen) van jonge muizen werd toegediend aan oude muizen, waardoor deze laatste beter gingen scoren op geheugen- en angsttesten (1). Het bloed werd over een periode van drie weken dagelijks geïnjecteerd. De zenuwcellen in bepaalde delen van de hersenen van de behandelde muisjes gingen zich ‘jonger’ gedragen: de genetische activiteit van deze cellen bleek geprikkeld. Genen betrokken bij het adaptievermogen van de onderzochte zenuwcellen vertoonden meer activiteit in vergelijking met dezelfde genen bij een controlegroep van oudere muizen die geen jong bloed hadden gekregen. De behandelde muisjes scoorden beter op leertaken - onder andere een platform onder water sneller terugvinden - dan de niet-behandelde.
De onderzoekers willen het experiment nu overdoen bij muizen met geïnduceerde Alzheimerdementie, die fungeren als onderzoeksmodel in wetenschappelijke studies naar deze hersenziekte. Ze hopen dat transfusies ook bij deze muisjes de hersencellen zullen heractiveren, wat perspectieven zou openen voor mensen met dementie.
Het injecteren van plasma afkomstig van jonge muisjes activeert zenuwcellen in bepaalde regio’s in de hersenen bij oudere exemplaren en deze muisjes scoren ook beter op allerhande testen. Het mechanisme achter deze reactivatie is onbekend: hier tasten wetenschappers in het duister. De link maken met de ziekte van Alzheimer, laat staan bij mensen, is echter veel te vroeg. Er is nog veel meer onderzoek nodig, in diermodellen en vervolgens veiligheidsonderzoek bij mensen, om de stap te zetten naar ‘verjongingskuren met jong bloed’ voor mensen. Bovendien zou zo’n therapie heel wat ethische vragen opwerpen. Vooraleer daar ons hoofd over te breken, moeten we de evolutie van het wetenschappelijk onderzoek in de komende jaren afwachten.
Injecties met plasma van jonge muisjes bij oudere exemplaren leidt om nog ongekende redenen tot een heropflakkering van de genetische activiteit in bepaalde hersenzones, met betere scores op angst- en geheugentesten. Dit beloftevol resultaat moet nog verder worden uitgeklaard in diermodellen alvorens ook maar te denken aan toepassingen bij mensen.