De strengere coronamaatregelen in Antwerpen waren vorige zomer wel doeltreffend
Tijdens de eerste coronagolf gingen de woonzorgcentra in lockdown. Bezoek werd pas weer toegelaten op 18 mei. Toen de familieleden de bewoners opnieuw mochten bezoeken, mocht er maximaal één bezoeker per keer binnen, die daarbij verplicht was om afstand te houden en bijgevolg de bewoner niet aan te raken. Op 10 juni werden die bezoekregels versoepeld: voortaan mochten instellingen zelf beslissen hoe ze het bezoek zouden organiseren, in overeenstemming met de toen geldende nationale coronamaatregelen. Het Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid gaf daarnaast adviezen over hoe het bezoek veilig georganiseerd kon worden.
De Vlaamse regering versoepelde de bezoekmaatregelen verder op 24 juni, maar moest die opnieuw verstrengen op 25 juli, na een stijgend aantal besmettingen in het land: de tweede coronagolf diende zich aan. Op 24 augustus volgde opnieuw een update van de maatregelen voor woonzorgcentra: een nieuw bezoekverbod kon toen uitzonderlijk ingevoerd worden bij een lokale uitbraak (in de gemeente en/of in het rusthuis), en wanneer er slechts sprake was van een stijgend aantal besmettingen, dan behield elke bewoner nog steeds het recht om maximaal één bezoeker per week te ontvangen. Toch stelde de Vlaamse regering toen vast dat de bezoekregelingen van veel woonzorgcentra nog altijd strenger waren dan de adviezen van het agentschap Zorg en Gezondheid.
Epidemioloog Luc Bonneux reageerde daarop in Terzake dat het niet toelaten van bezoek problematisch is, omdat “het virus niet binnenkomt langs het bezoek”. Hij nuanceerde meteen dat het coronavirus in rusthuizen “nauwelijks” overgedragen zou worden via bezoekers. Volgens hem wordt het virus doorgegeven via het personeel – vaak jonge, asymptomatische vrouwen – of soms via ziekenhuispatiënten die verhuizen naar woonzorgcentra. Zelf maakte hij enkele uitbraken in rusthuizen mee, waarvan geen enkele zou ontstaan zijn door bezoekers. Hij pleit er daarom voor om bezoek opnieuw toe te laten, al dan niet in beperkte mate. Het weigeren van bezoek heeft volgens de arts ernstige mentale, cognitieve en lichamelijke gevolgen voor de bewoners. (Minuut 09:07-11:15 in de video)
De website van het agentschap Zorg en Gezondheid lijkt de bewering van Bonneux te ondersteunen. In een nieuwsbericht van 24 augustus 2020, dat focust op de coronamaatregelen voor dit najaar in de Vlaamse woonzorgcentra, staat dat het personeel van de rusthuizen preventief getest kan worden. Dit omdat het personeel “het meest intense kanaal tussen bewoners en de buitenwereld” vormt. Meteen daarna volgt deze stelling: “het is dan ook via deze weg dat het virus in vele gevallen wordt binnen gebracht.”
Die laatste zin, en vooral de woorden “in vele gevallen”, suggereert dat er cijfers bestaan over de besmettingsbronnen in woonzorgcentra, en dat die de basis vormen voor het nieuwsbericht. Hoewel naar dergelijke cijfers niet meteen verwezen wordt, geeft het artikel wat verderop wel gegevens over de situatie op dat moment. Zo worden er cijfers gegeven van 116 besmette bewoners van woonzorgcentra in heel Vlaanderen, tegenover 105 personeelsleden die positief testten.
Een exacte datum voor deze dagcijfers ontbreekt, maar uit vergelijking met cijfers elders op de website blijkt dat het om de dagcijfers van 21 augustus gaat. Ze zijn afkomstig van het document COVID-19 in WZC: Zelfrapportage en testresultaten. De vermelde cijfers zijn dus niet van 24 augustus – de dag waarop het nieuwsbericht verscheen – maar van drie dagen eerder.
Toch bevat het document geen cijfers of statistieken die de besmettingsbronnen voor de woonzorgcentra berekenden. Waarop is de bewering dan gebaseerd dat het personeel “in vele gevallen” de belangrijkste besmettingsbron in de rusthuizen zou zijn? We vroegen een woordvoerder van het agentschap om verduidelijking.
“Momenteel zijn er weinig besmettingen in de Vlaamse woonzorgcentra. Het is logisch dat besmettingen op dit moment in vele gevallen van het personeel komen: de medewerkers hebben het meeste contact met de bewoners”, legt Ria Vandereyten uit. “Tijdens de eerste coronagolf kregen we moeilijk zicht op hoe het virus zich verspreidde in de rusthuizen. Er was weinig beschermingsmateriaal voorhanden en de testcapaciteit lag laag.”
Om tijdens deze tweede coronagolf een beter inzicht te krijgen op de ziekteverspreiding in woonzorgcentra, is er nu een teststrategie ontwikkeld, waarbij het personeel preventief getest kan worden. Vandereyten benadrukt dat de besmettingskans in rusthuizen momenteel klein is, zeker wanneer alle hygiënemaatregelen correct toegepast worden. “De interministeriële conferentie (IMC) Volksgezondheid heeft een strategie ontwikkeld om de verspreiding van het virus in woonzorgcentra beter te monitoren, waaronder de mogelijkheid tot het preventief testen van het personeel. Zo kunnen we asymptomatische besmette personeelsleden toch opsporen, en sneller ingrijpen.”
Dat de kans op besmetting via het personeel klein is, blijkt uit de testresultaten van het personeel. De positiveitsratio – hoeveel procent van het totaal afgelegde testen een positief resultaat geeft – bedraagt voor het personeel in woonzorgcentra vier procent, en dat voor de volledige maand juli tot en met 7 september. Concreet werden in die periode 3.441 personeelsleden getest, waarvan 133 positief testten. Onder hen vertoonden negen mensen effectief symptomen van COVID-19. In diezelfde periode bleken negen procent van de 1.536 onderzochte bewoners ook corona te hebben. Het aandeel positieve tests ligt dus iets hoger bij de bewoners dan bij het personeel.
Op nationaal niveau zijn er voorlopig geen cijfers vrijgegeven van de positiviteitsratio voor de volledige maanden juli, augustus en voor begin september. Wel bevatten de dagelijkse rapporten van Sciensano telkens de positiviteitsratio van de afgelopen zeven dagen, net als een grafiek met het dagelijkse cijfer sinds 22 juni. Voor de periode vanaf juli tot begin september kan zo ruw geschat worden dat de dagelijkse ratio schommelde tussen net iets minder dan 1% en 4,5% (de grafiek hieronder kwam uit het dagelijks rapport van Sciensano van 7 september).
De resultaten van het personeel van de woonzorgcentra zitten voor die periode met hun 4% dus op hetzelfde niveau als de rest van de Belgische bevolking. Toch is het belangrijk hier op te merken dat zij vaker getest worden, onder andere via het preventief testen. De bewoners van de rusthuizen zitten met hun negen procent wel opmerkelijk hoger dan het personeel en de rest van de bevolking. Vermoedelijk worden ook zij regelmatiger getest dan de rest van het land, omwille van hun zwakkere gezondheid en om nieuwe uitbraken in woonzorgcentra zoals tijdens de eerste golf te vermijden.
Concrete cijfers die de verspreiding van het coronavirus in woonzorgcentra onderzoeken, blijken voorlopig dus niet te bestaan. Maar aangezien de bezoekregelingen in vele instellingen nog sterk beperkt worden, is het logisch dat het personeel nog steeds het meest intensieve contact vormt tussen de bewoners van de rusthuizen en de buitenwereld.
Ondertussen heeft het agentschap opnieuw versoepelingen bekendgemaakt voor bezoekers, die op 7 september ingingen. Voortaan is fysiek contact weer mogelijk tussen de bewoner en zijn of haar bezoekers die tot eenzelfde bubbel behoren, en zijn er geen beperkingen meer in het aantal bezoekers en in het tijdstip en de frequentie van het bezoek, als er in een rusthuis geen besmettingen zijn. Zodra er wel besmettingen optreden, kan de directie van het rusthuis zelf kiezen welke bezoekbeperkingen eventueel opgelegd worden.
Het Vlaamse agentschap Zorg en Gezondheid ondersteunt de bewering van Bonneux dat het coronavirus momenteel eerder via het personeel dan via het bezoek verspreid wordt in woonzorgcentra. Hoewel dat inzicht gebaseerd is op de huidige realiteit in de rusthuizen, is er (voorlopig) nog geen onderzoek gebeurd naar de verspreiding van het virus in woonzorgcentra.
Er bestaan wel afzonderlijke dagelijkse cijfers voor de testresultaten van de bewoners en het personeel van woonzorgcentra, net als maandelijkse cijfers voor de positiveitsratio (het aandeel testen met een positief resultaat) bij testen van bewoners en bezoekers. Wanneer die vergeleken worden met de grafiek van de dagelijkse positiviteitsratio van de algemene bevolking sinds juli, blijkt het personeel niet vaker een positieve test af te leggen dan de rest van de Belgen. Daarentegen is dat wel het geval voor de rusthuisbewoners zelf.
Momenteel wordt door het agentschap Zorg en Gezondheid aangenomen dat die besmettingen van de bewoners via het personeel de rusthuizen binnenkomen, omdat bezoek nu vaak nog erg beperkt wordt door de instellingen zelf, maar er is nog geen onderzoek uitgevoerd dat die aanname ook bewijst.