Er bestaat geen Pfizeronderzoek dat hoge kans op hartaanval door vaccinatie aantoont
Uit verschillende studies is al gebleken dat de biologische klok naast ons slaap-waakritme nog vele andere invloeden heeft op ons lichaam. Zo zou o.a. onze bloeddruk, stofwisseling en herstelfunctie variëren met de tijd van de dag. Vele onderzoeken suggereren ook dat hartinfarcten vaker voorkomen in de ochtend dan in de namiddag. Een groep Franse onderzoekers wilde weten of dit biologisch ritme ook invloed heeft op complicaties na een openhartoperatie. Meer specifiek onderzochten ze één bepaalde ingreep: een aortaklepvervanging. Daarbij wordt een aangetaste aortaklep vervangen door een metalen of biologische kunstklep.
In een eerste deel van de studie volgden de onderzoekers 600 patiënten die een aortaklepvervanging hadden ondergaan. Ze bekeken of het tijdstip van de operatie het aantal complicaties had beïnvloed. In een tweede deel verdeelden ze zelf 88 patiënten willekeurig in een ochtend- of namiddaggroep. Daarna werden de resultaten tussen beide groepen vergeleken. De meerwaarde van dit laatste onderzoek is dat het, door de willekeurige verdeling van patiënten, bepaalde factoren uitsluit die de resultaten kunnen beïnvloeden. Verder namen de onderzoekers bij 22 patiënten een stukje hartweefsel weg, waarop ze in het labo enkele testen uitvoerden die het herstelvermogen bepaalden.
Van de 600 proefpersonen overleden er 6 tijdens hun verblijf in het ziekenhuis. Er werd geen verband gevonden met het tijdstip van de operatie. Andere grote bijwerkingen (bv. hartaanval, hartfalen) traden op bij 28 personen in de namiddaggroep en 54 in de ochtendgroep. Dit betreft een significant verschil en is het belangrijkste resultaat van de studie. Tussen de 88 willekeurig verdeelde personen werd geen duidelijk verschil gevonden. Uit de labostudie op stukjes hartweefsel bleek dat het weefsel van de patiënten die ’s namiddags geopereerd werden veel sneller herstelde.
De resultaten van deze studie suggereren dat patiënten die ’s ochtends een aortaklepvervanging ondergaan meer last zullen hebben van bijwerkingen dan zij die in de namiddag geopereerd worden. Als dit zo is, overwegen ziekenhuizen best om de planning van openhartoperaties te herbekijken. We moeten echter rekening houden met een aantal beperkingen in deze studie.
Het onderzoek werd uitgevoerd op patiënten van slechts één ziekenhuis, het CHU Lille. Het aantal proefpersonen was niet groot, zeker in de groep die willekeurig verdeeld werd. Op basis van zo’n kleine studie is het moeilijk tot onmogelijk om uitspraken te doen voor de hele bevolking.
Een bijkomend nadeel van onderzoek in één ziekenhuis is dat alle operaties werden uitgevoerd door dezelfde 4 chirurgen. Mogelijk hebben het aantal complicaties eerder een verband met de capaciteiten van de chirurg dan met het tijdstip van de operatie. Sommige chirurgen kunnen meer in de namiddag gewerkt hebben, en andere in de ochtend.
Ten slotte werd het onderzoek gericht op één specifieke ingreep. Over andere (hart)operaties kunnen we a.d.h.v. deze studie geen uitspraken doen.
Het is te vroeg om hartchirurgen enkel nog in de namiddag te laten werken. Een uitgebreide studie met meer proefpersonen en ziekenhuizen zou meer helderheid kunnen scheppen.
Uit dit onderzoek blijkt dat patiënten die in de ochtend onder het mes gaan meer complicaties hebben dan zij die in de namiddag geopereerd worden. Het onderzoek omvat slechts één specifieke ingreep in één ziekenhuis met een beperkt aantal proefpersonen. Uitgebreider onderzoek is nodig voor men praktische maatregelen treft.