Wat doen Covid19 en de coronavaccins met het hart?
Onderzoekers van de universiteit van Toronto brachten 24 studies over de invloed van tai chi op chronische ziekten als kanker, hartfalen, artrose en COPD (chronische longziekte) samen in één overzichtsonderzoek (1). Het ging om studies van matige kwaliteit, met 11 tot 206 personen per studie, meestal met tussen 60 en 80 jaar oud. Door de resultaten te bundelen, kwamen de onderzoekers tot de volgende conclusies: tai chi kan inderdaad een gunstige invloed uitoefenen op fysieke symptomen, zoals bewegingsbeperking, pijn, spierstijfheid, spiersterkte en ook op levenskwaliteit.
Een overzichtsonderzoek is nooit sterker dan de individuele studies die het bundelt. Zo is niet duidelijk hoe vaak en hoe lang je tai chi moet beoefenen vooraleer het gunstig effect op chronische aandoeningen voelbaar wordt. Ook is niet voorspelbaar wie zich beter zal voelen met tai chi en wie niet, want niet iedereen blijkt er voordeel uit te halen. Overigens heeft tai chi geen impact op het voortschrijden van de chronische ziekten zelf: ademhaling en bloeddruk wijzigen bijvoorbeeld niet of slechts tijdelijk. Artrose wordt niet afgeremd, maar vaak is men minder stram en kan men makkelijker stappen.
Het positieve aan tai chi is dat je deze beweegvorm tot op hoge leeftijd kan blijven beoefenen, zelfs met fysische beperkingen door ziekte.
Wie zich goed voelt met tai chi moet dit zeker blijven beoefenen. De zachte, vloeiende bewegingen hebben op sommige mensen met chronische aandoeningen een positieve invloed. Maar niet iedereen vaart er wel bij. De sport moet je ook liggen.