Er bestaat geen Pfizeronderzoek dat hoge kans op hartaanval door vaccinatie aantoont
Op het einde van de jaren tachtig werden 2.315 Finse mannen tussen 42 en 60 jaar oud in een studie ingeschreven. Over het verloop van de volgende 20 jaar werd gekeken hoeveel van hen een hartziekte ontwikkelden of eraan overleden. Het doel van de studie was kijken of er een verband was tussen ziekte en de intensiteit van saunabezoek (1). Mannen die 2 tot 3 maal per week naar de sauna gingen hadden 23% minder kans om te sterven aan een hartziekte dan diegenen die dit slechts 1 keer deden, terwijl het risico tot de helft herleid werd voor mannen die het 4 tot 7 keer per week deden.
De studie vond een verband tussen het optreden van hartziekten en saunabezoek: hoe meer sauna, hoe minder hartziekten. Er zaten in de studie geen mannen die nooit naar de sauna gingen en dus konden de onderzoekers enkel vaststellen dat mannen die vaak gebruik maakten van de sauna minder hartziekten kregen dan zij die minder vaak gingen.
Wat deze studie ons niet leert is of het te danken is aan de sauna dat er minder hartziekten waren. Aanwijzingen hiervoor zouden we slechts krijgen indien de twee groepen mannen (veel of weinig sauna) volledig vergelijkbaar waren en in niets anders dan in hun saunagebruik verschilden. Dat weten we hier niet. Het is niet ondenkbaar dat er wel degelijk verschillen bestaan die op zich een reden zouden kunnen zijn waarom de ene groep minder ziek werd dan de andere.
In Finland wordt sauna beschouwd als een bezigheid die goed is voor de gezondheid en er kan verwacht worden dat mensen die sterk met hun gezondheid begaan zijn meer naar de sauna gaan dan anderen. Het is dus mogelijk dat vooral mensen die niet roken, gezonder eten of meer aan lichaamsbeweging doen ook vaker de sauna bezoeken. Zodoende is het niet te verwonderen dat ze minder hartziekten hebben, niet omdat ze vaker naar de sauna gaan, maar omdat ze gezonder leven.
Het is een steeds weerkerend probleem met dit soort (observationele) studies waarin 2 elementen met elkaar in verband staan, en gesuggereerd wordt dat dit verband oorzakelijk is. Mensen die ten zuiden van de Sahara wonen, hebben een zwarte huidskleur en eten veel maniok. Er is een onmiskenbaar verband tussen zwart zijn en maniok eten. Hieruit besluiten dat je een zwarte huidskleur krijgt door het eten van maniok is echter kort door de bocht. Dit voorbeeld illustreert dat het onverantwoord is om een oorzaak-en-gevolg-conclusie te trekken uit dergelijke studies. Toch worden zulke boodschappen gretig door de media overgenomen. De krantencommentaar 'Wie dagelijks naar de sauna gaat halveert zijn kans op hartproblemen' is dan ook misleidend. Het is namelijk niet aangetoond dat 'minder hartziekten' volgen uit 'meer saunabezoek'.
Deze studie suggereert een verband tussen dagelijks saunabezoek en een kleinere kans op hart- en vaatziekten bij mannen, maar kan niet aantonen dat het hier om een oorzakelijk verband gaat. Misschien zijn het vooral gezonde mannen die de sauna dagelijks frequenteren.