Artsen mogen hongerstakers niet zomaar onder dwang medisch behandelen
In een klein experiment zijn onderzoekers uit de VS nagegaan wat het effect is van cafeïne op de smaakdrempel van zoet en het hongergevoel. Hiervoor werden 107 vooral vrouwelijke deelnemers (74%) gevraagd om tijdens twee afzonderlijke experimenten een tas koffie met ofwel cafeïne ofwel kinine te drinken. De hoeveelheden cafeïne en kinine waren op elkaar afgestemd zodat beide koffies even bitter smaakten. De koffies waren lichtjes gezoet door wat melk toe te voegen.
Vervolgens ondergingen de deelnemers een aantal smaaktesten waarbij water met verschillende concentraties suiker geproefd werden. Op deze manier konden de onderzoekers nagaan of cafeïne in vergelijking met kinine een invloed heeft op de smaakdrempel van zoet. Op een gelijkaardige manier werd nagegaan of cafeïne een invloed heeft op de mate waarin zout, zuur en umani geproefd worden.
Na statistische analyse besluiten de onderzoekers dat cafeïne wel degelijk een invloed heeft op de mate waarin zoet waargenomen wordt. Zowel de koffie met cafeïne zelf, als het gesuikerde water dat nadien geproefd werd, smaakten minder zoet dan wanneer koffie met kinine gedronken werd. Op de andere smaken had cafeïne geen invloed. Er was ook geen verschil in hongergevoel tussen de koffie met cafeïne en deze met kinine (1).
Dit is niet het eerste onderzoek dat nagaat wat het effect is van cafeïne op de zoete smaak. Dierproeven hebben reeds aangetoond dat cafeïne inwerkt op de smaakreceptoren voor zoet waardoor de zoete smaak tijdelijk minder waargenomen wordt (2). Ook uit gelijkaardig onderzoek bij mensen blijkt dat om in dranken met cafeïne een zelfde zoete smaak te bekomen er meer suiker moet toegevoegd worden (3). Nieuw in dit onderzoek is dat ook gekeken is naar het effect op gesuikerde dranken die na een cafeïnehoudende drank ingenomen worden. Jammer genoeg wordt niet vermeld hoelang het remmend effect op de zoete smaak blijft duren. Of het effect even groot is met wisselende hoeveelheden cafeïne werd evenmin nagegaan. In hun experiment gebruikten de onderzoekers koffie met 200 mg cafeïne. Dit komt overeen met ongeveer 2,5 tassen koffie. Over het effect van meer of minder cafeïne op de zoete smaak kunnen geen uitspraken gedaan worden. Of het effect op de zoete smaak leidt tot een toename van de drang naar zoet of een grotere inname van suikerhoudende producten, werd niet onderzocht. Er zijn ook geen redenen om aan te nemen dat dit zo zou zijn. Integendeel, uit een recent overzichtsartikel blijkt dat wanneer cafeïne gedronken werd 3 tot 4,5 uur voor de maaltijd er geen invloed was op de energie-inname. Wanneer de cafeïne korter voor de maaltijd gedronken werd, bleek de energie-inname te dalen (4).
Uit dit onderzoek blijkt dat cafeïne ervoor zorgt dat de zoete smaak minder waargenomen wordt zowel in de cafeïnehoudende drank zelf als in suikerhoudende dranken die kort nadien worden ingenomen. Of dit een effect heeft op de drang naar zoet of de inname van suikerhoudende producten werd niet nagegaan.
(3) Keast, R. S. J., et al. "The influence of caffeine on energy content of sugar-sweetened beverages:'the caffeine-calorie effect'." European Journal of Clinical Nutrition 65.12 (2011): 1338.
(4) Schubert, M. M., Irwin, C., Seay, R. F., Clarke, H. E., Allegro, D., & Desbrow, B. (2017). Caffeine, coffee, and appetite control: a review. International Journal of Food Sciences and Nutrition, 1-12.