Een harstilstand overleven lukt beter in onze buurlanden
Deze alarmerende boodschap wordt naar jaarlijkse gewoonte door de Belgische cardiologen verspreid ter gelegenheid van “De Week van het Hartritme”1. Men nodigt mensen uit om in een ziekenhuis een afspraak te maken waar ze zich door middel van een electrocardiogram op voorkamerfibrillatie kunnen laten testen. Wat is de zin hiervan?
Voorkamerfibrillatie (VKF) is een ritmestoornis waarbij het hart onregelmatig klopt. Ze komt voor bij 1% van de mensen, maar men ziet ze vooral bij bejaarden (bij 10% van de tachtigers). Op hogere leeftijd, of bij mensen met een hart- of vaatziekte, hoge bloeddruk of diabetes, verhoogt ze de kans op een beroerte. Dat extra risico kan beperkt worden door het gebruik van zogenaamde bloedverdunners. Bij gezonde klachtenvrije mensen die jonger zijn dan 65 jaar behoeft een VKF doorgaans geen behandeling. “De Week van het Hartritme” die momenteel loopt, wordt ondersteund door een uitgebreide mediacampagne met F1-kampioen Thierry Boutsen als boegbeeld. De actie wordt gesponsord door fabrikanten van bloedverdunners. De uiteindelijke bedoeling van zo’n screening is dat men hoopt op termijn beroertes te voorkomen. Er zijn geen harde bewijzen dat screening hiervoor doeltreffend is.
De Europese Vereniging van Cardiologen beveelt aan om VKF bij klachtenvrije personen op te sporen vanaf de leeftijd van 65 jaar. De Belgische website van “De Week van het Hartritme” moedigt mensen vanaf 40 jaar aan zich te laten testen. De site bevat een rekenmodule die u toelaat uw risico op VKF en op een beroerte-door-VKF te berekenen. Opmerkelijk is dat in die module van veertigers geen sprake meer is. Iedereen die minder dan 60 is wordt over dezelfde kam geschoren. Wie in deze leeftijdscategorie in goede gezondheid verkeert heeft een risico op VKF van “minder dan” 1% per jaar. Het risico dat zo iemand daadwerkelijk door een beroerte getroffen wordt is ongeveer 1% per jaar. Als we het risico op VKF van (“minder dan”) 1% combineren met het risico van 1% op beroerte-door-VKF, dan blijkt dat op 10.000 gezonde mensen van beneden de 60 jaar er jaarlijks misschien 1 zal zijn die een beroerte-door-VKF zal ontwikkelen. Voor iemand van 40 jaar is het risico nog lager. Dit brengt met zich mee dat het netto effect van VKF screening bij jongere mensen wel eens nadelig zou kunnen zijn. We weten het niet. Een mogelijk nadeel is bijvoorbeeld dat men een onschuldige ritmestoornis zoals een kleine onregelmatigheid in het hartritme, of een wat te trage of te snelle hartslag toevallig op het spoor komt. Deze kan dan aanleiding geven tot onnodige ongerustheid of kan de reden zijn voor het starten van een nutteloze behandeling.
Bij mensen die ouder zijn dan 65 jaar zou een screening op VKF op lange termijn nuttig kunnen zijn. Bij kerngezonde veertigers of vijftigers is het niet uitgesloten dat dergelijke screening schadelijk is. Het valt dan ook moeilijk te verdedigen hen in het kader van een grootschalige campagne naar het ziekenhuis voor onderzoek uit te nodigen.