Ja, ruimtevervuiling is een belangrijk probleem, ook voor ons op aarde
In de aanloop naar de NAVO-top in Den Haag verschijnen, zoals dat wel vaker bij grote internationale evenementen gebeurt, opvallende uitspraken op sociale media. Zo stelt Geert-Jan Knoops, advocaat en professor aan de Universiteit van Amsterdam, dat “de NAVO de ruimte ingaat om de oorlog op aarde niet te verliezen”. Een andere gebruiker op X stelt dan weer dat “de ruimte nu officieel oorlogsgebied is”. Maar hoe zit dat precies? En zijn er daadwerkelijk wapens in de ruimte?
Sinds 2019 beschouwt de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) de ruimte als een volwaardig militair operationeel domein, naast land, zee, lucht en cyberspace. Hiervoor werd in Duitsland het NATO Space Operations Centre (NSpOC) opgericht.
NAVO’s benadering van de ruimte is defensief van aard, gericht op bescherming, bewaking en ondersteuning van NAVO‑operaties en niet op het ontwikkelen of inzetten van offensieve wapensystemen in de ruimte.
De NAVO beschikt ook niet over een eigen arsenaal aan ruimtewapens. Volgens NAVO Allied Air Command (AIRCOM) blijven de ruimtecapaciteiten eigendom van de lidstaten. NAVO-lidstaten werken enkel samen om satellietgegevens te delen en ruimtebedreigingen te monitoren.
Artikel 5 van het NAVO-verdrag stelt dat een aanval op één lidstaat beschouwd wordt als een aanval op alle lidstaten. Dat werd voor het eerst ingeroepen na de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten. NAVO-landen hebben toen gezamenlijk besloten om militaire actie te ondernemen.
Toen de NAVO in 1949 werd opgericht, bestond ruimtevaart nog niet. Door nieuwe dreigingen, zoals cyberaanvallen en hybride oorlogsvoering, kunnen sinds 2021 aanvallen op ruimtecapaciteiten – zoals satellieten – onder bepaalde voorwaarden Artikel 5 activeren.
Dat wordt per geval bekeken en vereist een unanieme instemming van alle lidstaten. Een automatische reactie is dus uitgesloten. Zeker bij incidenten die zich niet rechtstreeks boven het NAVO-grondgebied afspelen omdat het verdrag territoriaal is georiënteerd.
Een belangrijke uitdaging is het ontbreken van een internationaal erkende definitie van een ruimtewapen. We hanteren voor deze factcheck de definitie van het VN-Onderzoeksinstituut voor Ontwapeningsvraagstukken (UNIDIR). Zij stellen dat de term ‘ruimtewapen’ doorgaans wordt gebruikt om te verwijzen naar een capaciteit of systeem dat wordt ingezet om een systeem, infrastructuur, persoon of groep mensen te ontzeggen, verstoren, degraderen, beschadigen, vernietigen of op een andere manier schade toe te brengen.
Volgens het Registratieverdrag van 1974 moeten landen in principe alle gelanceerde ruimteobjecten en hun doel registreren. Officieel zouden er dus geen wapens in een baan om de aarde mogen zijn. Toch waarschuwen experts dat de algemene functie van sommige satellieten moeilijk te controleren is, omdat er weinig transparantie is.
"Natie-staten als Rusland rapporteren in de praktijk aan zichzelf," aldus ruimte-ingenieur Stijn Ilsen, en "dat vaak slechts aan de hand van codes. Over de functie wordt in veel gevallen niét gerapporteerd."
Sommige satellieten lijken misschien vreedzaam, bijvoorbeeld die gebruikt worden om ruimteafval op te ruimen of andere satellieten te onderhouden. Maar omdat ze beschikken over technologie zoals robotarmen of harpoenen, zouden ze ook ingezet kunnen worden om andere objecten aan te vallen. Daarom worden ze "dual-purpose" genoemd.
Dit is iets anders dan "dual-use-objecten”, zoals GPS- of communicatiesatellieten, die zowel militaire als civiele functies hebben. Ze zijn niet ontworpen als wapens, maar kunnen wel militaire doeleinden ondersteunen. Zolang ze niet voor aanvallen worden gebruikt, zijn ze toegestaan onder het internationale ruimterecht of Outer Space Treaty van 1967.
Het Ruimteverdrag van 1967 legt weinig beperkingen op aan militaire activiteiten in de ruimte. Staten mogen verdedigende en offensieve wapens ontwikkelen, zolang dit het internationaal recht niet schendt. Het plaatsen van conventionele wapens is dus niet verboden, zolang ze niet agressief worden gebruikt. Sommige landen hebben al wapens getest tegen hun eigen satellieten, wat wel kritiek opleverde maar niet illegaal is.
Het verdrag verbiedt alleen het plaatsen van nucleaire wapens of massavernietigingswapens in een baan om de aarde, op hemellichamen of elders in de ruimte. Het vestigen van militaire bases, installaties, fortificaties, het testen van wapens en het uitvoeren van militaire manoeuvres op hemellichamen, is ook verboden.
Hoewel er momenteel geen ruimteoorlog aan de gang is, wordt de ruimte wel als een strategisch domein gezien waarin technologische ontwikkelingen razendsnel gaan en de dreiging van een wapenwedloop reëel is. Officieel zijn er geen ruimtewapens in een baan om de aarde, al is de functie van sommige satellieten onduidelijk. Internationale afspraken, zoals het Outer Space Treaty (1967), worden door ambiguïteit in definities en gebrek aan afdwingbaarheid steeds meer onder druk gezet.
Deze factcheck kwam tot stand in het kader van de factcheck-marathon naar aanleiding van de NAVO-top. Partners zijn: factcheck.vlaanderen, VRT NWS, RTBF, Knack, deCheckers, KRO-NCRV Pointer, Het Algemeen Dagblad en Nieuwscheckers.