55% van de Belgische jongeren kampt met meerdere psychische klachten
Op Werelddag zonder Tabak (31 mei 2021) is de dienst kinder- en jeugdpsychiatrie van het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven volledig rookvrij. In de gebouwen kon je uiteraard al niet meer roken, maar nu verdwijnen ook de rookhoeken en is roken in de nabije omgeving van de jongeren taboe. Ook de jongeren zelf kunnen dus niet meer roken op de campus. Onderzoek toont aan dat personen met een psychische kwetsbaarheid tientallen jaren levenswinst kunnen boeken met een gezondere levensstijl (1).
In 2018 telde België 19% rokers, waarvan 15% dagelijkse rokers en 4% occasionele rokers (2). Achter dit gemiddelde zitten echter enorme schommelingen naargelang de bevolkingsgroep. Onderzoek toont aan dat in psychiatrische instellingen tot 70% van de patiënten rookt, dit zou zelfs stijgen tot 80% bij schizofrenie (3). Het gevolg is dat er meer rokersaandoeningen bij psychiatrische patiënten voorkomen, zoals longaandoeningen, hartziekten en beroertes (4). Een aantal studies tonen zelfs een verband aan tussen schizofrenie en een biochemische kwetsbaarheid voor nicotine, en dat nicotine ook als zelf-medicatie gebruikt wordt om negatieve gevoelens te onderdrukken (5). Dit maakt het al of niet toestaan van roken in psychiatrische instellingen zeer complex, omdat een tolerante aanpak veel voorkomt. Psychiatrische patiënten hebben al zoveel problemen, gaan we geen bijkomende problemen creëren door het roken te verbieden, zo lijkt men te redeneren. Sigaretten worden soms ook gebruikt tegen verveling, als stressvermindering, en zelfs als beloning of als ruilmiddel. Ondertussen wordt deze kwetsbare groep met ernstige gezondheidsproblemen als gevolg van roken geconfronteerd.
Een totaal rookverbod kan men aanzien als een inbreuk tegen de rechten van de patiënt, en er zou een risico kunnen zijn op agressie en herval in de neurotische ziekte na rookstop (5). Anderzijds kan roken aanzien worden als een afhankelijkheid waarbij de patiënt moet geholpen worden om dit aan te pakken. Rookstop maakt ook deel uit van gezondheidspromotie, één van de kerntaken van een verzorgende instelling. Onderzoek in het verleden toont aan dat een volledige rookstop in psychiatrische instellingen mogelijk is zonder belangrijke problemen op te leveren (6). Meer nog, het gevoel hebben dat men zonder sigaret kan, is een hoopvolle ervaring (7).
Een totaal rookverbod moet echter deel uitmaken van het plan. Patiënten en personeel moeten betrokken worden bij de beslissingen, het management moet de actie voor 100% steunen en er moet begeleiding zijn voor moeilijkheden die volgen op het verbod, zowel voor personeel als voor patiënten. Rookstop moet opgenomen worden in het behandelplan van de patiënt, en dit zeker tijdens een stabiele fase. Het bannen van tabak moet deel uitmaken van een actieplan dat meer omvat dan gewoon sigaretten verbieden.
In psychiatrische instellingen wordt doorgaans zwaar gerookt: er roken meer mensen wel dan niet. Sigaretten worden gebruikt tegen verveling, stress, en zelfs als beloning. Daarom werd het vaak oogluikend toegelaten. Daardoor krijgen veel psychiatrische patiënten op termijn te maken met ziekten gerelateerd aan roken, waardoor ze gemiddeld minder lang leven. Steeds meer psychiatrische centra bannen daarom alle tabak. Onderzoek toont dat een rookstopbeleid perfect kan, op voorwaarde dat dit goed omkaderd wordt.