Geen bewijs dat coronavaccins kanker veroorzaken of verergeren
De prostaat is een klier zich onder de blaas bevindt en het zaadvocht produceert. De PSA-waarde is een stof in het bloed die wordt geproduceerd door de prostaatcellen. Bij prostaatkanker is er een ongecontroleerde groei van kwaadaardige cellen en stijgt de PSA-waarde in de meeste gevallen. Een recente studie bij 400.000 Britse mannen tussen 50 en 69 jaar toonde echter aan dat mannen die de PSA-waarde regelmatig laten testen niet langer leven dan mannen die dat niet doen (1). Deze routineuze testen kunnen zelfs schade veroorzaken.
De studie werd uitgevoerd door leden van verschillende universiteiten en ziekenhuizen, waaronder de universiteit van Cambridge en Bristol. Men verdeelde de mannen willekeurig in een screeningsgroep en een controlegroep. Bij de mannen in de screeningsgroep werd een eenmalige PSA-test uitgevoerd. Bij een verhoogde PSA-waarde ondergingen ze een biopsie (wegnemen van een stuk prostaatweefsel voor microscopisch onderzoek). Afhankelijk van de resultaten van deze biopsie werden de mannen al dan niet behandeld voor prostaatkanker. De mannen in de controlegroep ondergingen enkel een PSA-test als ze er zelf om vroegen.
Hierna werden beide groepen 10 jaar opgevolgd. In zowel de screeningsgroep als de controlegroep stierven 3 op 1.000 mannen aan prostaatkanker. In sommige gevallen veroorzaakte de test meer schade dan de prostaatkanker zelf: zo stierven 8 mannen in de screeningsgroep en 7 mannen in de controlegroep aan de gevolgen van een biopsie of een behandeling voor prostaatkanker.
Deze betrouwbare studie toont aan dat routinematig de PSA-waarde laten testen voor meer diagnoses van prostaatkanker zorgt, maar niet voor een betere overleving. Prostaatkanker is de meest voorkomende kanker bij mannen op oudere leeftijd, maar in de meeste gevallen is deze kanker niet heel agressief. Zo is de kans groter dat mannen met prostaatkanker sterven aan andere aandoeningen dan aan de kanker zelf. Door de PSA-test worden dus meer prostaatkankers ontdekt, maar ook overbodige behandelingen gestart met complicaties en ongerustheid als gevolg.
Omdat de behandeling van prostaatkanker nevenwerkingen als erectiestoornissen en urineverlies kan veroorzaken, wil men enkel de agressieve kankers behandelen. De PSA-waarde kan echter niet voorspellen hoe agressief de prostaatkanker is. Bovendien kan deze waarde verhoogd zijn door andere, meer frequente aandoeningen, zoals urineweginfecties of een goedaardige prostaatvergroting. De PSA-waarde is ook niet bij elke prostaatkanker verhoogd, waardoor de diagnose kan gemist worden.
Deze studie heeft ook een aantal beperkingen. Beide groepen werden 10 jaar opgevolgd, wat niet lang is voor traag groeiende prostaatkankers en de effecten van de behandeling. Verder kreeg de screeningsgroep slechts een eenmalige PSA-test, waardoor enkele kankers misschien over het hoofd werden gezien.
Routineus screenen naar prostaatkanker met een PSA-test zorgt niet voor een betere levensverwachting, maar voor meer complicaties door onnodige onderzoeken. Daarom wordt deze test afgeraden als screeningstest. Raadpleeg beter een arts die een verhoogd risico op prostaatkanker correct kan inschatten.