Waar komt dit nieuws vandaan?
Nederlandse onderzoekers zijn in een grootschalig onderzoek nagegaan of er een verband is tussen het eten en drinken van zuivel en de sterftekans. In totaal namen 4.365 volwassenen (die in het verleden een hartaanval hadden) deel. De deelnemers waren tussen de 60 en 80 jaar oud. De overgrote meerderheid waren mannen (79%). Bij het begin van het onderzoek verzamelden de onderzoekers allerlei medische en voedingsgegevens. Zo gingen ze onder andere aan de hand van een voedselfrequentievragenlijst na hoeveel zuivel de deelnemers aten. Ze maakten een onderscheid tussen melk, yoghurt en kaas. Vervolgens volgden ze de deelnemers gedurende ongeveer 12 jaar. Ze hielden bij wie overleed en wat de oorzaak was.
Uit de resultaten blijkt dat er geen verband is tussen de het eten of drinken van kaas of melk en de sterftekans. Of je nu veel of weinig melk of kaas eet, zou geen invloed hebben op het moment en de oorzaak van overlijden. Mensen die meer dan 50 gram yoghurt per dag aten, hadden wel een kleinere kans (- 14%) om te overlijden aan hart- en vaatziekten dan mensen die minder dan 25 gram per dag aten. Het maakte daarbij niet uit of er magere of volle yoghurt gegeten werd. De onderzoekers besluiten dat het eten van yoghurt beschermt tegen vroegtijdig overlijden na een eerdere hartaanval (1).
Hoe moet je dit nieuws interpreteren?
Op basis van deze studie stellen dat yoghurt beschermt tegen overlijden door hart- en vaatziekten na een eerdere hartaanval, is wat kort door de bocht. Het opzet van de studie laat dit niet toe. De zuivelinname is slechts eenmaal bevraagd bij het begin van de studie. Men kan echter niet garanderen dat de voedingsgewoonten gedurende twaalf jaar dezelfde bleven. Zeker bij deze doelgroep. De deelnemers hadden al een hartaanval gehad en werden dus strikt opgevolgd. De kans dat ze gedurende deze tijd hun voedingsgewoonten veranderden op advies van een diëtist of arts is reëel. Het had dus beter geweest om de voedselinnamen op verschillende momenten te bevragen.
Ook het gebruik van een voedselfrequentievragenlijst heeft zijn beperkingen. Je moet dan bijvoorbeeld aangeven hoeveel porties yoghurt je gedurende de voorbije maand gemiddeld gegeten hebt. Het is niet gemakkelijk om dit allemaal juist te onthouden. Zeker niet als je al wat ouder bent zoals deze deelnemers. De kans op fouten is dan ook groot. Om op deze basis uitspraken te doen over een verschil tussen minder dan 25 gram en meer dan 50 gram yoghurt per dag is moeilijk.
En zelf al zou de conclusie kloppen, dan mogen we niet vergeten dat het positief effect klein is en enkel geldt voor oudere, blanke mannen die reeds een hartaanval kregen.
Conclusie
Of yoghurt effectief de kans op overlijden door hart- en vaatziekten na een eerdere hartaanval verkleint, kan deze studie niet aantonen. Het heeft dus geen zin om extra veel yoghurt te eten na het doormaken van een hartaanval. Dat neemt niet weg dat yoghurt als onderdeel van een gezond voedingspatroon zeker en vast regelmatig op het menu mag staan.
