Geen bewijs dat het gezonder is om ’s middags bananen te eten dan ’s avonds
Oneindig veel specialisten hebben oneindig veel artikels met voedingsadviezen geschreven, en het heeft geen gram verschil gemaakt: zwaarlijvigheid neemt wereldwijd toe. Is de timing van voedselinname belangrijker? Amerikaanse onderzoekers beweren dat het tijdstip waarop men eet, en niet het aantal kilocalorieën, belangrijk is om al dan niet obesitas te ontwikkelen (1). Men kan beter ’s morgens en ‘s middags goed eten, en ’s avonds niet. Dit noemt men ‘intervalvasten’. Ons lichaam zou volgens deze specialisten beter in staat zijn om ’s nachts meer vet te verbranden dan overdag, wanneer de zon schijnt. Het gevolg is dat mensen die ’s avonds eten onmogelijk vet kunnen verliezen in vergelijking met mensen die ’s avonds niet meer eten. Dit laatste zorgt voor een betere energiebalans, voor een goede werking van hart- en bloedvaten en voor het immuunsysteem. In de praktijk is de aanbeveling om niets meer te eten na 16.00u.
De overgrote meerderheid van de studies over intervalvasten werd uitgevoerd op muizen: op basis van deze resultaten conclusies trekken over mensen is zeer voorbarig. In 2017 verscheen een literatuuroverzicht over het onderwerp intervalvasten. De auteurs vonden 16 interventiestudies die deze aanpak onderzochten. In de helft van de gevallen was er geen controlegroep. In 11 van de 16 studies verloren deelnemers gewicht, waardoor bloedparameters verbeterden als gevolg van het gewichtsverlies, en niet alleen van het intervalvasten. Dit betekent dat wie minder energie opneemt dan zijn lichaam nodig heeft, vet zal verbranden, waardoor het gewicht, de bloeddruk, de bloedvetten en het bloedsuikergehalte kunnen dalen. Dergelijk onderzoek is echter niet eenvoudig: om het specifiek effect van intervalvasten op de gezondheid te onderzoeken, moeten de deelnemers van de studie op gewicht blijven. Een deel van de deelnemers moet de nodige energie krijgen voor 16u00, terwijl een ander deel dezelfde hoeveelheid energie over de ganse dag moet verdelen. Pas dan onderzoekt men het effect van intervalvasten, en niet van gewicht verliezen.
De conclusies van de auteurs van het literatuuroverzicht waren enerzijds dat wetenschappelijk onderzoek niet aantoonde dat intervalvasten beter is dan een energiebeperking over de ganse dag, en anderzijds dat interventiestudies over het onderwerp noodzakelijk zijn over een periode van minstens één jaar alvorens conclusies te trekken.
Minder energie (calorieën) opnemen dan het lichaam verbruikt is zeker voor mensen met overgewicht of obesitas gunstig. Dit kan door af en toe een maaltijd over te slaan (intervalvasten), maar evengoed door over het algemeen minder te eten (klassieke energiebeperking). Dat je meer vet zou verbranden ’s nachts door ’s avonds niet te eten (intervalvasten) is tot op heden niet aangetoond.