Geen bewijs dat coronavaccins kanker veroorzaken of verergeren
Baarmoederhalskanker is wereldwijd de vierde meest voorkomende kanker bij vrouwen. De oorzaak is een besmetting met het humaan papillomavirus (HPV), dat overgedragen wordt via seksueel contact. HPV-infecties komen vaak voor: drie op de vier personen worden er tijdens hun leven mee besmet, meestal tussen de leeftijd van 20 en 25 jaar. De meeste infecties genezen spontaan, maar soms blijft het virus jaren sluimeren en nestelt het zich in de baarmoederhals. Daar veroorzaakt het virus letsels die jaren later kunnen evolueren naar baarmoederhalskanker. Om deze wijzigingen in de baarmoederhals tijdig op te sporen, worden driejaarlijkse uitstrijkjes aanbevolen aan alle vrouwen van 25 tot en met 64 jaar. In een vroeg stadium kunnen dergelijke voorstadia perfect behandeld worden. Eens te ver gevorderd, is baarmoederhalskanker dodelijk: jaarlijks overlijden nog zo’n 190, meestal jongere, vrouwen aan baarmoederhalskanker in België. Onder hen was de befaamde zangeres Ann Christy, die in 1984 op 38-jarige leeftijd aan deze kanker overleed.
Naast de uitstrijkjes wordt jonge meisjes sinds 2007 sterk aanbevolen om zich tegen HPV te laten vaccineren, voor ze seksueel actief zijn. Het HPV-vaccin biedt echter geen 100 % bescherming, en daarom blijven uitstrijkjes nodig. Het HPV-vaccin zit gratis in het vaccinatieprogramma voor meisjes in het eerste jaar van de middelbare school. Sinds 2019 is het ook beschikbaar voor jongens: het gaat immers om een seksueel overdraagbare infectie, en dus kan het HPV-vaccin zorgen voor preventie van keelkanker, peniskanker en anale kanker. Bovendien worden meisjes extra beschermd wanneer ook jongens ingeënt worden.
Over het HPV-vaccin doen veel mythes de ronde. Volgens vaccintegenstanders zou het zelfs de kans op baarmoederhalskanker verhogen. Dat slaat nergens op. Zopas nog toonde een Zweedse opvolgstudie (1) aan dat baarmoederhalskanker veel minder voorkomt bij jonge vrouwen, nadat ze gevaccineerd werden met het HPV-vaccin tussen 13 en 17 jaar, in vergelijking met leeftijdsgenoten die het HPV-vaccin niet kregen. In de gevaccineerde groep verminderde het voorkomen van baarmoederhalskanker van 94 gevallen per 100.000 op 30-jarige leeftijd naar 4 gevallen per 100.000 op 28-jarige leeftijd.
Deze Zweedse opvolgstudie ligt in de lijn van de verwachtingen. Eerder voorspelden onderzoekers al dat een goed uitgewerkt HPV-vaccinatieprogramma baarmoederhalskanker bijna volledig uit de wereld kan helpen. In het Zweedse onderzoek werden grote groepen gevaccineerde en niet-gevaccineerde meisjes opgevolgd tot hun dertigste levensjaar. Eerder was dat niet mogelijk, omdat de vaccinatieprogramma’s nog geen 20 jaar bestaan en baarmoederhalskanker vooral bij vrouwen op middelbare leeftijd toeslaat (piek tussen 40 en 60 jaar). Op 30-jarige leeftijd is deze kanker zeldzaam, maar wanneer de groep voldoende groot is, zoals in de Zweedse studie, kunnen onderzoekers wel tot betekenisvolle conclusies komen. De Zweden volgden 1,6 miljoen meisjes en vrouwen tussen 2006 en 2017. Van deze groep kreeg meer dan een half miljoen deelnemers het HPV-vaccin en 1,1 miljoen niet. In de gevaccineerde groep waren er 19 vrouwen met baarmoederhalskanker, in de niet-gevaccineerde (grotere) groep 538. Per 100.000 dertigers was het aantal baarmoederhalskankers beduidend lager, zelfs als de vaccinatie plaatsvond tussen de leeftijd van 20 en 30 jaar.
Meer dan 10 jaar na de introductie van HPV-vaccinatie krijgen we meer en meer zicht op de impact ervan. Een recente meta-analyse (een analyse op een reeks goed uitgevoerde studies) gebaseerd op 60 miljoen individuen en 8 jaar opvolging bevestigt op zeer overtuigende manier de impact van HPV-vaccinatie op HPV-infecties, afwijkende uitstrijkjes en genitale wratten bij meisjes, vrouwen, jongens en mannen (2).
HPV-vaccinatie vermindert het risico op baarmoederhalskanker fors, maar neemt het niet helemaal weg. Uitstrijkjes blijven nodig. Het aantal verontrustende telefoontjes over mogelijke abnormale resultaten met noodzaak tot verdere opvolging zal dankzij het HPV-vaccin ook zeer sterk dalen bij gevaccineerde vrouwen.
HPV-vaccinatie wordt sinds 2007 systematisch aangeboden aan jonge meisjes om op latere leeftijd het risico op baarmoederhalskanker te verminderen. Een grote Zweedse opvolgstudie bij ruim 1,6 miljoen vrouwen bevestigt nu dat er beduidend minder baarmoederhalskanker voorkomt bij gevaccineerde vrouwen in vergelijking met niet-gevaccineerde leeftijdsgenoten.