Waar komt dit nieuws vandaan?
Psychische problemen, depressies en burn-outs komen vaak voor in onze maatschappij. Dat regelmatig contact met de natuur het leed kan verzachten, is al langer bekend. Amerikaanse onderzoekers voerden een literatuurstudie uit om de effecten van activiteiten in de natuur op de fysieke en mentale gezondheid na te gaan:
- Ze zochten naar studies waarbij een deel van de deelnemers werd ondersteund om activiteiten in de natuur te ondernemen, en een ander deel als controlegroep fungeerde.
- In hun literatuuroverzicht namen ze studies op met deelnemers met en zonder geestelijke en/of lichamelijke gezondheidsproblemen.
- In totaal vonden de onderzoekers 16 interventiestudies:
- Slechts 2 studies onderzochten specifiek een verband tussen tuinieren en gezondheid. Meer bepaald gingen ze na of tuinieren depressieve gevoelens kon beïnvloeden:
- Eén studie toonde van wel, en een tweede van niet.
- Angstgevoelens stegen verrassend genoeg in deze twee studies.
- Slechts één studie ging de evolutie van positieve en negatieve gevoelens na tijdens het tuinieren: deze gevoelens bleken respectievelijk te stijgen en dalen.
De onderzoekers besluiten dat je idealiter 8 tot 12 weken zou moeten tuinieren om een gunstig effect te bekomen, telkens zo’n 20 tot 90 minuten.
Hoe moet je dit nieuws interpreteren?
Het onderzoek naar het effect van tuinieren op de fysieke en mentale gezondheid is vrij beperkt.
- In een aantal gevallen bleef de Amerikaanse literatuurstudie beperkt tot één studie. Dat is uiteraard veel te weinig om besluiten te trekken.
- Soms waren de resultaten zelfs ongunstig, en leken angstgevoelens net toe te nemen.
Tuinieren is ongetwijfeld een mooie en gezonde hobby, waarbij je bovendien een fysieke inspanning levert. De vraag is of zo’n activiteit zinvol is voor mensen die niet van tuinieren houden. Om vooruitgang te boeken op mentaal vlak is het immers essentieel dat je iets graag doet. Niet iedereen vindt tuinieren boeiend. De ene wordt gelukkig wanneer hij tomaten ziet blozen na noeste arbeid, terwijl de andere snel een kilogram gaat kopen in de winkel.
Onderzoek in het verleden toonde aan dat mensen met een tuin zich gelukkiger voelen dan personen zonder tuin. In deze studie waren er echter verstorende factoren. Veel mensen wonen natuurlijk liever in een villa met een tuin dan in een dakappartement zonder terras.
Tot slot werd wetenschappelijk aangetoond dat muizen dolgelukkig worden in een tuin. Diertjes die in een laboratorium in contact kwamen met een bacterie uit de grond, maakten meer serotonine (een gelukshormoon) aan (2). Maar gelukkige muizen betekenen natuurlijk nog geen gelukkige tuinierders.
Conclusie
Het wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van tuinieren op de mentale en fysieke gezondheid is zeer beperkt. We kunnen er dan ook geen onderbouwde uitspraken over doen. Er zijn wel wat aanwijzingen dat het depressieve gevoelens zou doen afnemen, maar ook dat het angstgevoelens zou doen toenemen. Wie graag in de tuin wroet, kan zeker een goed gevoel krijgen van tuinieren. Maar daar is geen onderzoek voor nodig.
