Stress is niet de op één na grootste doodsoorzaak ter wereld, maar wel sterk gelinkt aan hart- en vaatziekten en kanker
Britse onderzoekers bestudeerden de kenmerken en doodsoorzaken van meer dan 35.000 Britten die tussen 2001 en 2010 ouder waren dan 100 jaar. Het waren overwegend vrouwen (86,75%). Er werd niet alleen gekeken naar doodsoorzaken (via de overlijdensaktes), maar ook naar woonplaats (zorgcentrum, ziekenhuis, thuis, elders). Deze gegevens werden vergeleken met een controlegroep bestaande uit een groep Britten die stierven tussen 80 en 99 jaar oud.
De meeste eeuwelingen stierven in een zorgcentrum, gevolgd door een ziekenhuis. In vergelijking met de controlegroep overleden de eeuwelingen eerder van longontsteking of van fragiliteit, dan van kanker of hart- en vaatziekten.
Het gaat om een zeer grote groep personen, want alvast een pluspunt is. De overlijdensaktes die de onderzoekers voor hun studie gebruikten, mogen dan juiste informatie geven over plaats van overlijden en doodsoorzaak, ze geven geen informatie over andere aandoeningen waaraan de betrokken personen geleden hebben. Het is niet omdat minder eeuwelingen sterven aan kanker of hart- en vaatziekten dat ze deze aandoeningen niet zouden hebben. Ze bezwijken er wel minder vaak aan. De studie kan hiervoor geen verklaring geven. Mogelijk liggen socio-economische, genetische en levensstijlfactoren aan de basis.
Onderzoekers stellen vast dat mensen die ouder dan 100 jaar worden, eerder sterven aan longinfecties en fragiliteit in vergelijking met ouderen die de 100 jaar niet halen. Deze laatsten sterven veeleer aan kanker en hart- en vaatziekten.