Gezonde levensverwachting in België bedraagt 64 jaar
Italiaanse onderzoekers verzamelden gegevens van alle 105-plussers: het ging om 3836 personen geboren tussen 1896 en 1910. Ze volgden hem gedurende een periode van 6 jaar en berekenden de kans op overlijden in het daaropvolgende jaar (1). Normaal gezien neemt de kans op overlijden in het volgende levensjaar vanaf de leeftijd van 65 jaar met 2% toe. Dus, hoe ouder men wordt, hoe groter de kans om in het volgende jaar te overlijden. Tot 80 jaar neemt deze kans snel toe, maar eens voorbij die leeftijdsgrens vlakt de kans op overlijden in het daaropvolgende jaar ietsje af en vanaf 105 jaar bereikt ze in deze Italiaanse leeftijdsgroep zelfs een plateau. De onderzoekers denken dat dit erop kan wijzen dat er nog rek zit op de levensverwachting.
Sinds het einde van de 19de eeuw is de levensverwachting in de Westerse wereld spectaculair blijven toenemen. Er is al langer discussie onder wetenschappers of de ultieme levensverwachting ondertussen wel of niet bereikt is. Volgens de auteurs van deze studie zit er nog rek op, omdat de kans op overlijden in het volgende jaar, bij eeuwelingen, minder snel stijgt dan bij tachtigers. Waar dit mee te maken heeft, is moeilijk te zeggen. Eerder onderzoek suggereert dat eeuwelingen hun hoge leeftijd vooral aan hun genetische constitutie te danken hebben. Zeker is dat er steeds meer eeuwelingen bijkomen, en dat heeft ook met de vooruitgang van de geneeskunde te maken, en met leefgewoonten.
Voor oudere mensen geldt: de kans op overlijden in het volgende jaar wordt telkens ietsje groter (vanaf 65 jaar: gemiddeld +2% per jaar). Italiaanse onderzoekers stellen vast dat dit niet langer opgaat voor mensen vanaf 105 jaar: hun kans om in het daaropvolgende jaar te overlijden blijft even groot. Daaruit leiden ze af dat er mogelijk nog rek zit op de levensverwachting, wat natuurlijk moeilijk te bewijzen is.