In verhouding minder gevaccineerden en geboosterden op intensieve zorg
Sinds de start van de coronapandemie zijn de meeste volwassenen gevaccineerd tegen covid-19 en is een grote groep besmet geweest met het coronavirus. Het virus heeft in de voorbije 2 jaar een aantal gedaanteveranderingen ondergaan, waartegen de bestaande vaccins niet altijd even goed waren opgewassen.
Dankzij de goede opvolging van wetenschappers wereldwijd weten we wel met zekerheid dat de coronavaccinatie mensen grotendeels uit het ziekenhuis hield wanneer ze covid-19 doormaakten, en dat de vaccins duizenden mensenlevens gered hebben.
Verder hebben we geleerd dat de immuniteit na vaccinatie niet zo lang aanhoudt als in het begin gehoopt werd. Maar de boosterprik geeft de immuniteit na de basisvaccinatie letterlijk een flinke boost en vergroot de bescherming in belangrijke mate. In het begin van de zomer (21/06/2022) had 76% van de Belgen een boosterprik gehad. Er volgde een oproep om je alsnog te laten boosteren, omdat de besmettingscijfers en ziekenhuisopnames opnieuw stijgen.
Wie volledig gevaccineerd is (met booster en soms extra booster) én covid doormaakte, kreeg door de besmetting een extra beschermlaagje. Maar ook die dubbele bescherming neemt na verloop van tijd af.
Mensen die zich niet lieten vaccineren met de coronavaccins, lopen een grotere kans op ernstige covid en op een ziekenhuisopname, ook met deze nieuwe varianten. Dat blijkt uit cijfers van de Europese Centers voor Ziektecontrole (28/04/2022).
Twee subtypes (BA.4 en BA.5) van de omikronvariant, dit zijn de coronavirussen die momenteel (zomer 2022) de ronde doen, blijken zeer besmettelijk. Daardoor stijgen de coronacijfers toch weer flink en zitten we in een zevende golf. De ziekteverschijnselen die ze veroorzaken, zijn minder ernstig dan bij eerder varianten. Toch kunnen ze zeer pittig zijn, maar ze leiden zelden tot ziekenhuisopnames of overlijdens.
Dat veel mensen die nu besmet worden, goed gevaccineerd zijn, vermindert hun risico op een ziekenhuisopname nog een stuk meer. Om deze redenen heeft de overheid geen nieuwe coronamaatregelen opgelegd: een zegen voor de zomer en voor het mentale welzijn.
Om allerlei redenen (we bespreken ze hieronder) bevelen de Hoge Gezondheidsraad en de Taskforce Vaccinatie een nieuwe boosterprik met een mRNA-vaccin aan voor het najaar. Een aantal vacccinatiecentra zullen opnieuw de deuren openen en heel wat vrijwilligers, die de voorbije jaar veel werk verzet hebben, steken opnieuw de handen uit de mouwen.
Het tijdsinterval tussen 2 boosterprikken bedraagt minstens 3 maanden en bij voorkeur zo’n 6 maanden. Een besmetting of infectie doormaken na vaccinatie heeft ook een zeker boostereffect. Maar met dit effect wordt, vooral om praktische redenen, geen rekening gehouden bij het plannen van een nieuwe booster.
Het doel is om in september de risicogroepen een volgende boosterprik aan te bieden. Voor deze zogenaamde ‘herfstbooster’ (voor sommige de tweede, voor andere de derde booster) worden eerst 65-plussers en mensen met een verzwakte immuniteit uitgenodigd. Mensen die in de zorg werken kunnen in de zomer al een booster krijgen.
Een boosterprik is nuttig voor iedereen die de basisvaccinatie gehad heeft, ook voor wie daar bovenop besmet is geweest of corona heeft gehad. Een booster beschermt zeer goed tegen ziekenhuisopnames en overlijdens, veroorzaakt door alle tot nu toe bekende varianten van het coronavirus. Na 6 maanden neemt de bescherming door een boosterprik wel lichtjes af. Daarom wordt dit najaar een nieuwe campagne georganiseerd voor een volgende boosterprik.