Flesjes alcoholgel kunnen niet ontploffen in een warme auto
Alcohol werd in het verleden herhaaldelijk in verband gebracht met gezondheidsproblemen, zoals een hoger risico op kanker en op hart- en vaatziekten. Amerikaanse onderzoekers onderzochten het verband tussen sporten en alcohol drinken (1):
Op basis van het verband tussen een hogere fitheidscategorie en een hogere alcoholconsumptie besluiten de onderzoekers dat wie fitter is, meer alcohol drinkt.
Het verband tussen sport en alcohol drinken lijkt op het eerste gezicht tegennatuurlijk. Sporters hebben immers doorgaans gezonde leefgewoontes, zoals niet roken en gezond eten. Maar de vaststelling valt ook niet helemaal uit de lucht: onderzoek in Nederland toonde eveneens aan dat sporters meer alcohol drinken. Dat bleek vooral te gelden voor mannen en voor teamsporten (2). Je kent het wel: na het fietsen of voetballen heb je weleens dorst en is het stamcafé een leuke pleisterplaats.
Deze studie is gebaseerd op vragenlijsten: het gaat om een type onderzoek dat verbanden kan vaststellen, maar geen oorzaak-gevolgverbanden kan aantonen. Het vastgestelde verband tussen sporten en alcohol drinken kan bijvoorbeeld te maken hebben met een grotere mate van sociale interactie van sporters.
Dit onderzoek is bovendien een dwarsdoorsnedestudie, die een verband waarneemt tussen sport en alcohol, maar het is onduidelijk wat dat verband voor de gezondheid betekent.
We moeten de resultaten van deze studie ook correct kaderen. De onderzoekers tellen matig drinken en zwaar drinken samen! Dat is niet correct. De resultaten tonen immers dat de zware drinkers (vrouwen die meer dan 7 alcoholische dranken per week drinken, en mannen meer dan 14) evenredig verspreid waren over alle fitheidscategorieën. Het verschil tussen de fitheidscategorieën zat hem bij de matige drinkers (4 tot 7 alcoholische consumpties per week voor vrouwen en 4 tot 14 voor mannen). Het ging dus niet om mensen met zware alcoholproblemen, voor wie sporten waarschijnlijk onmogelijk is.
Het meest eigenaardige aan deze studie ligt in de selectie van de deelnemers. In totaal moesten 55.082 personen die de Cooper Clinic contacteerden de vraag beantwoorden of ze alcohol dronken. Zo niet, dan mochten ze niet deelnemen aan de studie. Het kan dus zijn dat onder niet-drinkers meer mensen zijn die in een hoge fitheidscategorie zitten. Het aantal sporters in de studie die matig alcohol drinken, namelijk 4.059, moeten we zien op het totaal van 38.653 deelnemers die alcohol drinken. Dit relativeert de conclusie toch wat.
Tot slot toont onderzoek in het verleden aan dat alcohol niet leidt tot vroegtijdige sterfte door kanker en hart- en vaatziekten bij mensen die minstens vijf uur per week sporten. Gezonde eet- en leefgewoonten zouden een bescherming kunnen bieden.
In een waarnemende studie bij bijna 40.000 deelnemers stelden Amerikaanse onderzoekers een verband vast tussen sporten en matig alcohol drinken. Vrouwen en mannen in hogere fitheidscategorieën hadden een hoger risico op matige alcoholconsumptie (4-7 per week voor vrouwen en 4-14 voor mannen) vergeleken met minder fitte personen, maar niet op hoge alcoholconsumptie (meer dan 7 per week voor vrouwen en meer dan 14 voor mannen). Deze studie toont niet aan dat deze hogere alcoholconsumptie schadelijk is voor de gezondheid van sporters.