Rode Kruis aanvaardt wel degelijk bloed en plasma van gevaccineerden
Met de regelmaat van de klok worden richtlijnen voor de behandeling van hoge bloeddruk aangepast aan de meest recente wetenschappelijke bevindingen (1). Zo vonden enkele recente studies dat mensen met een bloeddruk tussen 130 en 140 mm kwik een klein voordeel halen uit een bloeddrukverlagende behandeling. Het gaat dan vooral om mensen die ooit reeds een hart- of vaatprobleem doormaakten, of die behalve de verhoogde bloeddruk risicofactoren hebben, zoals roken, overgewicht of diabetes.
De nieuwe Amerikaanse richtlijn houdt rekening met deze recente bevindingen. Ze besluit dat bloeddrukverlagende geneesmiddelen vanaf een bovendruk van 130 mm kwik (13) enkel aangewezen zijn als de betrokken persoon bijkomende risicofactoren heeft. In andere gevallen blijft de grens op 140 mm kwik (14), zoals vroeger.
In een recent systematisch literatuuroverzicht, dat nog niet gepubliceerd was toen de Amerikaanse richtlijn uitkwam, besluiten de auteurs dat de behandeling van een bovendruk lager dan 140 mm kwik (14) geen nut heeft bij wie nooit een hart- of vaatprobleem doormaakte (2). Het feit dat enkele recente studies wel een gunstig effect aantoonden bij lagere bloeddrukwaarden, schrijven ze toe aan de wijze waarop de bloeddruk gemeten werd. Mensen bij wie in studieverband de bloeddruk 24 uren lang automatisch gemeten wordt, hebben lagere waarden dan mensen bij wie de bloeddruk eenmalig op de raadpleging bij een arts wordt gemeten. Het cijfer kan 10 of 20 mm kwik verschillen. Zo zou iemand met een boven-bloeddruk van 130 mm kwik in een wetenschappelijke studie een bloeddruk van 150 mm kwik kunnen hebben in het dagelijks leven.
Of iemand bij wie de huisarts een bovendruk meet van 130 mm kwik (13) daadwerkelijk gebaat is met een bloeddrukverlagende behandeling, is zeer twijfelachtig. De mogelijke nadelen veroorzaakt door een te lage bloeddruk (duizeligheid, valpartijen) wegen waarschijnlijk niet op tegen de voordelen. Uit de studie blijkt ook dat een lagere bloeddrukregeling bij een veel hoger aantal mensen ernstige nierproblemen veroorzaakt.
Meerdere studies tonen aan dat gezonde mensen met een bloeddruk lager dan 140 mm kwik (in de volksmond ‘14’) geen baat hebben bij een bloeddrukverlagende behandeling. Bij mensen die ooit een hart- of vaatprobleem doormaakten kan een behandeling bij dergelijke lage waarden misschien wel de kans op herval van het hart- of vaatprobleem verkleinen. Dat zijn vooral personen met bijkomende risicofactoren, zoals roken, zwaarlijvigheid of diabetes.