Er bestaat geen Pfizeronderzoek dat hoge kans op hartaanval door vaccinatie aantoont
In het kader van haar doctoraatsonderzoek volgde dokter ML Luchian patiënten op die in het ziekenhuis terechtkwamen met covid. Het onderzoek vertrok van 310 covid-patiënten, van wie er 70 overleden tijdens of binnen 6 maanden na hun ziekenhuisopname (1).
In dit onderzoek werden patiënten opgevolgd tot één jaar na een ziekenhuisopname voor covid: 23 van de 66 patiënten gaven aan na één jaar nog kortademig te zijn. Maar wat zeggen die cijfers juist?
De belangrijkste bedenking bij het onderzoek is de betekenis van de verschillen in hartfunctie die werden vastgesteld. De zogenaamde lichte veranderingen in hartfunctie, zowel van de kortademige als van de niet-kortademige personen, zijn zo miniem dat ze zelfs nog binnen de normale grenzen vallen. Er zijn dus geen echte hartafwijkingen: de lichte verschillen zijn te onbeduidend. De onderzoekers moeten dit geweten hebben, want nergens in het artikel stellen ze dat er afwijkende hartmetingen werden waargenomen. Toch is dat de nogal alarmerende titel van het persbericht dat de universiteit uitstuurde (2). Zulke berichtgeving jaagt mensen onnodig angst aan.
UZ Brussel zond een persbericht uit met als titel dat 30% van de gehospitaliseerde covid-19-patiënten een hartafwijking heeft één jaar na acute ziekte. Deze stelling blijkt niet gebaseerd op wetenschappelijk bewijs. In het onderzoek waarnaar het persbericht verwijst, werden enkel lichte verschillen in de werking van de hartspier vastgesteld tussen personen die na één jaar nog kampten met kortademigheid in vergelijking met personen die deze klachten niet hadden. De verschillen waren echter niet relevant en niet eens abnormaal. Van bewezen hartafwijkingen na covid is dus geen sprake.