Een op tien vrouwen ooit geconfronteerd met zwangerschapsverlies
De studie verscheen in het vakblad JAMA Pediatrics. Een team onderzoekers analyseerde de gegevens van 8000 zwangere vrouwen, verzameld door de University van Bristol in het Verenigd Koninkrijk. Voor dat onderzoek moesten de deelneemsters na 18 weken zwangerschap een vragenlijst invullen over het gebruik van paracetamol. Na 32 weken zwangerschap kregen ze dezelfde opdracht, net als 7 jaar na hun bevalling. De laatste keer werd in de vragenlijst ook gepolst naar het gedrag van hun kind.
Wat bleek uit hun antwoorden? Ruim 53 procent van de dames nam wel eens paracetamol toen ze 18 weken zwanger waren, bij de dames die 32 weken zwanger waren was dat 42 procent. Ongeveer 5 procent van de kindjes hadden rond hun zevende levensjaar gedragsproblemen.
Kinderen van vrouwen die tijdens de zwangersschap paracetamol namen bleken vaker gedragsproblemen te hebben. Zo hadden kinderen van vrouwen die deze pillen namen toen ze 18 weken zwanger waren hadden ongeveer 20% vaker gedragsstoornissen of hyperactiviteit. Kinderen van moeders die bij 32 weken zwangerschap paracetamol namen hadden ongeveer 30% vaker gedragsstoornissen of emotionele stoornissen en 40% vaker hyperactiviteit.
Dit nieuws is gebaseerd op een gedegen onderzoek, waarin een grote groep vrouwen is gevolgd over meerdere jaren. Het onderzoek is wel van het observationele type. Dit soort studies toont een verband aan, maar biedt geen zekerheid dat het paracetamolgebruik daadwerkelijk de oorzaak is van de gedragsproblemen bij de kinderen. Een beperking van deze studie is dat het paracetamolgebruik niet exact gemeten is. Ze vroegen alleen of de moeders in de afgelopen 3 maanden wel of geen paracetamol hebben gebruikt. De groep paracetamolgebruikers bevat dus waarschijnlijk een brede variatie in dosis en duur van inname. Het was hierdoor niet mogelijk om te onderzoeken of een hogere dosis meer gedragsproblemen zou geven.
Factoren die de conclusie sterker maken is dat de studie uitgebreid corrigeerde voor verstorende variabelen. Ook worden er andere studies aangehaald die een verband vonden tussen paracetamolgebruik tijdens de zwangerschap en ADHD bij kinderen, en dus vergelijkbare stoornissen.
Hoe dienen we het verhoogde risico te interpreteren? Het risico hangt af van hoe vaak een bepaalde ziekte voorkomt in een groep deelnemers, in dit geval gedragsproblemen van de kinderen. Deze studie toonde aan dat het risico om een kind te krijgen met gedragsproblemen 20% hoger is bij vrouwen die paracetamol hebben genomen ten opzichte van diegenen die dit niet hebben gedaan. In cijfers: stel dat 5 op de 100 kinderen gedragsproblemen hebben, dan is het geschatte aantal kinderen met gedragsproblemen bij moeders die paracetamol hebben genomen 6 op de 100. Een verhoogde kans van 40% komt overeen met 7 op de 100 kinderen. Dus niet meteen reden tot paniek, wel om paracetamol tijdens zwangerschap niet onnodig te gebruiken.
Vrouwen die paracetamol gebruiken tijdens hun zwangerschap krijgen iets vaker kinderen met gedragsproblemen. Dit zou te maken kunnen hebben met de paracetamol maar andere studies zouden dit moeten bevestigen voordat we hier zekerheid over hebben.