Er is geen remedie om je te "genezen” van diabetes type 2
Bij stoelgangtransplantatie brengt men, via een sonde langs de mond of de aars, verdunde stoelgang van een gezonde persoon in de darm van een patiënt. De bedoeling is om de samenstelling van de darmflora (dat zijn de microben die normaal in de darmen en in de stoelgang zitten) te herstellen. Deze darmflora kan bijvoorbeeld verstoord worden in geval van ziekte of algemene verzwakking. Bepaalde microben die we normaal in de darmflora aantreffen, kunnen dan de andere overwoekeren, wat tot problemen kan leiden. Zo ziet men soms een hardnekkige diarree door Clostridium difficile ontstaan bij (verzwakte) mensen die in het ziekenhuis voor een andere aandoening verblijven.
De darmflora kan ook verstoord worden door eenvoudig gebruik van antibiotica. In een recent Belgisch experiment gebruikte men de techniek van de stoelgangtransplantatie bij een proefpersoon bij wie de darmflora ontregeld werd door antibiotica in te nemen. Vóór de antibioticakuur werd de stoelgang van de proefpersoon verzameld, en nadien onder de vorm van pillen teruggegeven. Het bleek dat hiermee de darmflora sneller dan anders hersteld werd. Het experiment zou nu herhaald worden bij grotere reeksen proefpersonen om te zien of deze eerste bevinding zich bevestigt.
Tot nog toe zijn er enkel voor een hardnekkige Clostridium difficile-infectie wetenschappelijke aanwijzingen dat stoelgangtransplantatie doeltreffend is. Recent verscheen een systematisch literatuuroverzicht dat de doeltreffendheid ervan bij deze ziekte samenvat. Men selecteerde studies waarin patiënten gedurende minstens drie maanden na de behandeling opgevolgd werden (1). De auteurs vonden 18 dergelijke studies, waarin in totaal 611 patiënten behandeld werden. In 91% van de gevallen genazen de patiënten met deze behandeling. Herval werd slechts gezien bij 5% en deed zich vooral voor bij mensen ouder dan 65 jaar. Tijdens de studies werden geen ernstige bijwerkingen vastgesteld.
De bevinding in het systematisch literatuuroverzicht komt overeen met wat vele specialisten in de praktijk reeds vaststelden. De auteurs merken terecht op dat bijkomende studies noodzakelijk zijn die het effect van de stoelgangstransplantatie met die van een standaardbehandeling rechtstreeks vergelijken. Verder zijn er ook nog onzekerheden over de doeltreffendheid op lange termijn en over eventuele laattijdige ongewenste effecten.
Een hardnekkige diarree veroorzaakt door de bacterie Clostridium difficile lijkt momenteel de enige goede reden om stoelgangtransplantatie te overwegen. De kennis over gunstige en ongunstige effecten op lange termijn is nog beperkt.