België in middenmoot bij statistieken over depressie
Amerikaanse onderzoekers deden een telefonische bevraging bij 34.294 mensen met gemiddelde leeftijd 52 jaar en wonend in de VS (1). Ze wilden onderzoeken of het voorkomen van depressieve symptomen samenhangt met blootstelling aan zonlicht en/of seizoenen. Voor het beoordelen van depressieve symptomen beantwoordden de respondenten een korte, gevalideerde vragenlijst over depressiviteit.
Na analyse vonden de onderzoekers geen verband tussen blootstelling aan zonlicht of seizoen op het voorkomen van depressieve symptomen. Ze concluderen dat depressiviteit niet beïnvloed wordt door seizoenen.
Deze studie heeft enkele belangrijke mankementen: het gaat om een telefoonenquête, wat minder betrouwbaar is. De respondenten moeten bereid zijn mee te werken en antwoordden ‘on the spot’. Het is twijfelachtig of mensen die echt depressief zijn wel zouden deelnemen aan dergelijke enquête.
Volgens de Britse Vereniging van psychiaters, het zogenaamde Royal College of Psychiatrists, bestaat seizoensgebonden depressiviteit wel degelijk en zou 3% van de bevolking er gevoelig voor zijn. Er worden ook remedies geformuleerd: wandelingen in de buitenlucht, lichaamsbeweging en lichttherapie.
Een Amerikaanse telefoonenquête bij meer dan 35.000 mensen vindt geen verband tussen depressiviteit enerzijds en weersomstandigheden anderzijds. Daaruit concluderen dat de winterdepressie een mythe is, is wel zeer kort door de bocht.