Blogpost over zwangere arts die een miskraam kreeg na haar coronavaccinatie is fout
Een internationale onderzoeksgroep ging de verschillen na tussen mannen en vrouwen in langeafstandzwemmen (1). De laatste jaren werd duidelijk dat vrouwen beter en beter presteren bij langeafstandzwemmen, en vooral bij afstanden boven 30 kilometer in open water. Om een antwoord te vinden op hun onderzoeksvraag, voerde de onderzoeksgroep een literatuurstudie uit. Ze deden de volgende vaststellingen:
Volgens de onderzoekers kunnen twee elementen de betere prestaties van vrouwen verklaren:
In tegenstelling tot wat we soms denken, presteren vrouwen in sommige sporten beter dan mannen.
Een zeer waarschijnlijke verklaring voor de vaststelling dat vrouwen sneller zwemmen dan mannen bij langeafstandzwemwedstrijden in koud water, is het feit dat vrouwelijke zwemmers meer lichaamsvet hebben dan mannelijke zwemmers. Bij mannelijke atleten ligt het lichaamsvetgehalte tussen 6 en 13%, bij vrouwelijke atleten tussen 14 en 20%. Bij mensen die niet aan topsport doen, ligt dat vetgehalte een stuk hoger: 18 tot 25% bij mannen en 25 tot 31% bij vrouwen. Meer vet zorgt voor een betere isolatielaag tegen de koude en een beter drijfvermogen voor lange zwemafstanden.
Bovendien hebben vrouwelijke zwemmers door hun hogere lichaamsvetgehalte een andere lichaamsvorm dan mannelijke zwemmers. Mannen hebben een meer centrale verdeling van vet in vergelijking met vrouwen, bij wie het lichaamsvet wordt opgebouwd rond de benen. Bij zwemmen wordt het water rond de zwemmer in beweging gebracht. Door hun lichaamsvorm verplaatsen vrouwelijke zwemmers een kleinere massa water dan mannelijke zwemmers, wat eveneens helpt om sneller te zwemmen.
In het langeafstandzwemmen presteren vrouwen beter dan mannen, en zeker in kouder water. Een waarschijnlijke verklaring is het feit dat vrouwelijke zwemmers meer lichaamsvet hebben. Dat lichaamsvet vormt een isolatielaag tegen de koude, waardoor presteren in koud water minder pijnlijk overkomt.