Meer CO2 in de atmosfeer zorgt voor hogere temperaturen
“Wanneer je over de opwarming van de aarde leest of hoort, dan hebben wetenschappers het eigenlijk enkel over het oppervlak van de aarde en de onderste luchtlaag van de atmosfeer: de zogenaamde troposfeer, waar alle weerfenomenen zich afspelen”, zegt Karolien Lefever van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA).
Het verschil in luchtdichtheid tussen hogere en lagere luchtlagen is cruciaal om te begrijpen wat er nu juist aan de hand is. Broeikasgassen, zoals CO2 en methaan, zorgen er in de onderste lagen van de atmosfeer voor dat meer zonlicht wordt omgezet in warmte en dat die luchtlagen dus opwarmen. Hoe meer broeikasgassen, hoe warmer het er wordt. In hogere lagen van de atmosfeer, waar de dichtheid veel lager is, zorgen ze er net voor dat er meer warmte terug uitgestraald wordt in de richting van de ruimte. “Hogerop in de atmosfeer heeft de verhoging van de broeikasgassen dus een tegengesteld effect: daar wordt het juist kouder”, aldus Lefever.
De thermosfeer koelt dus wel degelijk af, maar dat zorgt er niet voor dat ook de aarde zelf zal afkoelen. Integendeel, de broeikasgassen die in de thermosfeer voor die afkoeling zorgen, zorgen er hier beneden op aarde voor dat het warmer wordt.