België in middenmoot bij statistieken over depressie
Deze krantenkop is gebaseerd op de resultaten van een Spaanse studie die 5505 personen tussen 55 en 80 jaar heeft gevolgd over een periode van 7 jaar (1). Men onderzocht het verband tussen hun alcoholgebruik, en meer bepaald hun wijnconsumptie, en het ontwikkelen van een depressie. Personen die twee tot zeven glazen wijn per week dronken, bleken één derde minder kans te hebben om een depressie te ontwikkelen dan personen die geen wijn dronken. De onderzoekers besluiten hieruit dat het matig drinken van wijn het risico op depressie verlaagt.
In deze studie peilden onderzoekers naar het alcoholgebruik van hun proefpersonen, en meer bepaald hoeveel glazen wijn ze dronken per week. Dit gebeurde bij aanvang van de studie, en daarna elk jaar. Tegelijk gingen ze na wie van deze personen een depressie ontwikkelde, en of er een verband was met de hoeveelheid alcohol die ze dronken. Personen die bij de start van de studie matig dronken (twee tot zeven glazen wijn per week) bleken, in vergelijking met wie niet dronk, 32% minder kans te hebben om in de loop van de 7 jaar daarop een depressie te ontwikkelen.
Deze studie heeft een aantal beperkingen. Hoewel de onderzoekers bij de analyse van de resultaten rekening hebben gehouden met verstorende factoren zoals leeftijd, geslacht, roken, lichaamsbeweging, calorie-inname, body mass index (BMI), burgerlijke stand, opleidingsniveau, …, is het bijzonder moeilijk om hun invloed op de uiteindelijke besluiten volledig uit te schakelen. Ook andere factoren dan alcohol kunnen trouwens een effect gehad hebben op de resultaten. Neem bijvoorbeeld ingrijpende levensgebeurtenissen. Hiermee hebben de onderzoekers geen rekening gehouden. Daarnaast kan het zijn dat de proefpersonen hun alcoholgebruik niet correct hebben weergegeven. Het gebruik werd berekend per glas, maar hoe groot een glas was, weten we niet. De studie werd bovendien uitgevoerd bij oudere personen (gemiddelde leeftijd van 67 jaar). We kunnen de resultaten bijgevolg niet zomaar toepassen op een jongere populatie. De onderzoekers hebben overigens niet zelf nagegaan of de proefpersonen een depressie hadden. Ze baseerden zich hiervoor op wat hen werd verteld (dat de arts de diagnose van depressie had gesteld of dat ze antidepressiva namen). We mogen hierbij niet vergeten dat antidepressiva behalve voor depressie ook voor andere aandoeningen worden gebruikt.
Ten slotte is het ook mogelijk dat sommige mensen bij het rapporteren van hun alcoholgebruik de werkelijkheid een beetje hebben verdraaid om geen stempel opgekleefd te krijgen. Al deze beperkingen maken de resultaten van deze studie minder betrouwbaar.
Het lijkt dus niet verstandig om op basis van de resultaten van deze studie (meer) alcohol te drinken om het risico op depressie te verminderen.